De partij behaalde 22 van de 63 zetels in het parlement, een verlies van vier zetels. De sociaal-democratische Sociale Alliantie (SF) eindigde op twintig zetels (+3), de liberale Progressieve Partij (FSF) bleef staan op twaalf zetels.

Opiniepeilingen hadden vooraf al uitgewezen dat het een nek-aan-nekrace zou worden. SF-leider Ingiborg Solrun Gisladottir, de populaire burgemeester van Reykjavik, was niettemin zo zeker van haar overwinning, dat ze zichzelf slechts op plaats vijf van de kieslijst van haar partij in de hoofdstad had laten zetten. Het staaltje blufpoker mislukte, met als resultaat dat ze zelf niet eens in het parlement is gekozen.

Vermoedelijk zal Oddsson, met twaalf dienstjaren inmiddels de langstzittende premier van Europa, opnieuw een coalitie aangaan met de FSF. Een andere, maar minder waarschijnlijke mogelijkheid is dat de SF en de FSF samen een coalitie sluiten, en zo de SSF voor het eerst sinds 1944 buiten de regering houden.