IGZ heeft huisarts te weinig in beeld
UTRECHT – Het toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) op huisartsen laat te wensen over.
Dat concludeert onderzoeksbureau Nivel in een woensdag verschenen rapport.
Het Nivel onderzocht de werking van het zogeheten gefaseerde toezicht; een werkwijze die de inspectie toepast sinds 2000 en die vooral is bedoeld om potentieel risicovolle situaties tijdig in beeld te rijgen. Volgens het Nivel heeft de methode deels tot flinke verbeteringen geleid. Zo is het inspectietoezicht „consistenter en consequenter” geworden.
Tegelijkertijd stellen de auteurs dat diverse zorgsectoren bij de inspectie onvoldoende in beeld zijn. Naast de huisartsenzorg noemt het Nivel ook de ketenzorg; een clustering van het zorgaanbod van meerdere zorgverleners rond één ziektebeeld. „Een alternatieve strategie zou overwogen moeten worden”, concludeert het rapport.
Over het toezicht op ziekenhuizen, verpleging, verzorging en thuiszorg is het Nivel uitermate kritisch. De vragenlijsten die de inspectie deze sectoren toestuurt, vindt het Nivel ongeschikt, omdat uit de antwoorden niet valt af te leiden hoe groot het risico op onveilige situaties is. Ook hekelt het rapport het lange tijdsverloop tussen de gegevensverzameling en het inspectiebezoek. „Een inspecteur die met oude data een instelling bezoekt, is aanzienlijk minder effectief.”