Prof. Witte: Sharia past niet in Westen
NIJMEGEN – Het invoeren van delen van de sharia, de islamitische wetgeving, in het Westen is geen goed idee, vindt prof. John Witte.
De hoogleraar rechtsgeleerdheid aan de Emory Universiteit in Atlanta (VS) was dinsdag te gast in Nijmegen. In de aula van de Radboud Universiteit hield hij de zogenaamde Dag van de Mensenrechtenlezing.
De hoogleraar van Nederlandse afkomst begon zijn referaat met de stelling van de Engelse aartsbisschop Rowan Williams, twee jaar geleden, dat de invoering van bepaalde onderdelen van de sharia onvermijdelijk zou zijn. Witte zei dat de Engelse geestelijke bijval heeft gekregen van heel wat moslimjuristen.
Witte kon zich er wel iets bij voorstellen. „Waarom mogen moslims hun leven niet inrichten zoals ze zelf willen? Waarom zou een serieuze moslim geen vrijheid hebben om op een legale manier vier vrouwen te hebben, terwijl zijn seculiere landgenoot zonder problemen met vier vrouwen kan omgaan en vrijuit gaat? Wordt hun vrijheid van godsdienst niet beknot?”
Grenzen
Die vrijheid heeft echter haar grenzen, zei hij. „Zelfs de meest toegewijde gelovige moet zich houden aan de wet, bijvoorbeeld als het gaat om polygamie, kinderhuwelijk, vrouwelijke genitale verminking of de behandeling van vrouwen. Die wet geldt zelfs al gebiedt hun geweten iets anders of wanneer hun godsdienstige gemeenschap het hun oplegt. Als ze in dergelijke gevallen toch menen hun geweten te moeten volgen, is het enige wat ze kunnen doen: het land verlaten of de gevangenis in.”
Westerse moslims genieten dezelfde religieuze vrijheid als iedereen, zei hij. „Maar een aantal speciale moslimgewoonten die moslimadvocaten vandaag willen invoeren in de naam van religieuze vrijheid is voor de meeste westerse democratieën onaanvaardbaar”, concludeerde prof. Witte.
De hoogleraar stelde zich de vraag hoe het komt dat bijvoorbeeld joden in de Verenigde Staten wel elementen van hun godsdienst in de wetgeving opgenomen gekregen hebben. Zijn conclusie: „Moslims hebben niet dezelfde geschiedenis van vervolging in het Westen gehad als die de joden gehad hebben.”
Prof. Witte sloot echter niet uit dat op termijn onderdelen van de sharia in het westerse rechtssysteem terecht zouden komen, maar het zal tijd en geduld kosten. Moslims zullen duidelijk moeten aangeven welke onderdelen van de sharia ze graag in de westerse wetgeving opgenomen willen hebben.
De Amerikaan stelde dat religieuze gemeenschappen de belangrijkste waarden van de staat in ieder geval moeten tolereren, als ze concessies voor hun godsdienst willen loskrijgen. Een westerse staat zal geen overeenkomsten treffen met een religieuze groepering die de kernwaarden van vrijheid, gelijkheid en broederschap, de mensenrechten, de democratie en de regels van de wet niet accepteert.”
Witte zei dat het eenvoudiger voor moslims is om contracten op te stellen over de waarden die zij van het grootste belang vinden. Hij zag, bij verschillen van mening, wel wat in speciale mediators, maar „dan moeten moslims niet de volle rechten van moslims claimen, want dat doen christenen en joden in die gevallen ook niet.”
Dr. Jan Jaap de Ruiter, arabist aan de Universiteit van Tilburg, zag ook niets in het invoeren van de sharia. Hij stelde voor dat moslims dingen stiekem gaan doen. „Er is veel mogelijk zolang er niets wordt gezegd.” Gedogen is een typisch Nederlandse oplossing, aldus De Ruiter.