Minister De Jager heeft dat gisteravond gezegd na beraad met zijn collega’s in Brussel. In de dagen voor de bijeenkomst opperden het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en huidig EU-voorzitter België om het noodfonds van 750 miljard euro, dat bedoeld is om de eenheidsmunt stabiel te houden, te vergroten.

Verder riep de Luxemburgse premier Juncker, die fungeert als voorzitter van de eurogroep, de EU gisteren in de Britse zakenkrant Financial Times op een agentschap op te richten dat de uitgifte van Europese obligaties gaat verzorgen. Hij deed dat samen met de Italiaanse minister van Financiën, Tremonti. Landen die worden uitgesloten van toegang tot de kapitaalmarkt zouden tijdelijk via het agentschap financiële middelen kunnen aantrekken. Een situatie zoals dit jaar rond Griekenland en Ierland, die een bedreiging vormde voor het voortbestaan van de eurozone, zou zo voorkomen kunnen worden.

Volgens De Jager heeft het weinig zin om met voorstellen te komen „waarvan duidelijk is dat ze niet door iedereen met applaus worden ontvangen.” Zo voelen Duitsland en Nederland niets voor het introduceren van euro-obligaties. Volgens De Jager zou deze manier van gezamenlijk geld lenen op de kapitaalmarkt in het voordeel werken van landen die een potje maken van hun overheidsfinanciën, terwijl lidstaten die hun zaken wel op orde hebben duurder uit zijn.

Over voorstellen om het noodfonds van 750 miljard euro fors te verhogen, was de minister behoedzaam. Hij vindt de discussie prematuur. Tot dusver heeft alleen Ierland voor een kleine 70 miljard een beroep gedaan op het fonds. Er zit dus voorlopig nog genoeg in. Eerder is in principe al afgesproken om het fonds, dat als tijdelijk was opgezet, na 2013 een permanent karakter te geven. Daarvoor is wel een wijziging van het EU-verdrag nodig.

De Jager noemde het vooral belangrijk dat de EU-landen zo snel mogelijk hun overheidsfinanciën gezond maken. Het verlagen van begrotingstekort en staatsschuld heeft volgens hem de afgelopen jaren veel te weinig prioriteit gehad. Steeds meer landen zijn het met hem eens, aldus De Jager.