De Zuid-Koreaanse minister van Buitenlandse Zaken, Kim Sung Hwan, zei dit gisteren in Washington ook namens Japan en de VS. Sung Hwan heeft overlegd met zijn Amerikaanse en Japanse collega’s, respectievelijk Hillary Clinton en Seiji Maehara.

Clinton zei van China te verwachten dat het een niet mis te verstaan signaal aan Noord-Korea overbrengt dat het land moet stoppen met provoceren. China is vrijwel de enige bondgenoot van betekenis van het stalinistische regime in Pyongyang.

Internationale gesprekken over de Noord-Koreaanse nucleaire ambities kunnen volgens Clinton niet hervat worden zonder een betere relatie tussen de Korea’s. Noord-Korea beschoot op 23 november een Zuid-Koreaans eiland met artillerie, in een reactie op marineoefeningen van de Zuid-Koreaanse strijdkrachten. In maart werd een Zuid-Koreaans marineschip door Noord-Korea getorpedeerd.

De Zuid-Koreaanse president Lee Myung Bak heeft vanmorgen opdracht gegeven om vijf eilanden dicht bij Noord-Korea, waaronder het eiland Yeonpyeong dat op 23 november werd beschoten, beter te beschermen om een uittocht van lokale bewoners te voorkomen.

Op Yeonpyeong wonen 1700 mensen. Vier mensen kwamen om door de aanval van Noord-Korea, twee burgers en twee militairen. Sommige bewoners van de eilanden in de Gele Zee, die vooral leven van de visvangst, willen dat ze naar veiliger oorden worden overgeplaatst.

Het Zuid-Koreaanse leger heeft inmiddels extra mankracht gestationeerd op Yeonpyeong. Gisteren maakte de regering omgerekend 19 miljoen euro vrij voor onder meer de wederopbouw van door granaten beschadigde woningen.

De aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag heeft een onderzoek ingesteld naar mogelijke oorlogsmisdaden, begaan door Noord-Korea. Dat heeft de aanklager gisteren gezegd.

Het onderzoek richt zich zowel op de beschieting door Noord-Korea van het Zuid-Koreaanse eiland Yeonpyeong op 23 november als op het tot zinken brengen van het Zuid-Koreaanse marineschip Cheonan in maart.

Zuid-Korea ondertekende in 2002 het internationale verdrag dat ten grondslag lag aan de oprichting van het Internationaal Strafhof. Hierdoor heeft het hof jurisdictie over misdaden die begaan zijn op Zuid-Koreaans grondgebied.

Een vooronderzoek van de aanklagers van het Internationaal Strafhof is bedoeld om te bepalen of er misdaden zijn gepleegd die onder de bevoegdheid van het hof vallen. Zulke onderzoeken lopen onder meer ook in Afghanistan, Colombia, Ivoorkust, Nigeria en Guinee.