Kerk & religie

Meer ultraorthodoxen bij krijgsmacht in Israël

Het aantal ultraorthodoxe Joden in Israël stijgt snel. Ze hebben aanzienlijk grotere gezinnen dan de overige Israëli’s. Andere Israëli’s ergeren zich eraan dat ze niet in het leger dienen en uitkeringen krijgen. De overheid probeert het aantal ultraorthodoxen dat dient in het leger en de participatie op de arbeidsmarkt te vergroten.

Alfred Muller
6 December 2010 09:35Gewijzigd op 14 November 2020 12:47
Een charedische wijk in Jeruzalem. Foto Alfred Muller
Een charedische wijk in Jeruzalem. Foto Alfred Muller

De naar schatting 700.000 ultraorthodoxen, in Israël bekend als charedim (”godvrezenden”), wonen in eigen wijken. De politie sluit deze op sabbat af met hekken af om te voorkomen dat nietsvermoedende automobilisten er per ongeluk inrijden. De mannen wijden hun leven aan de studie van de joodse wet. De vrouwen werken er dikwijls bij, omdat de staatssteun te klein is om van te leven. De charedim hebben hun eigen politieke partijen, die proberen het publieke leven in overeenstemming te brengen met hun interpretatie van de Thora.

Spanningen tussen de charedim en de rest van de bevolking zijn gebruikelijk. De politie sluit de meest ultraorthodoxe wijk in de stad Jeruzalem, de Mea Sjearim, met regelmaat af omdat de demonstrerende charedim brandende vuilcontainers op straat werpen.

Ook de onvrede aan de seculiere zijde over de charedim groeit. In de afgelopen weken demonstreerden studenten van de Israëlische universiteiten bijvoorbeeld tegen een wetsvoorstel dat ultraorthodoxe studenten op de jesjivot (talmoedscholen) financieel voortrekt.

Al jarenlang zint de overheid op middelen om de ultra-religieuzen in de rest van de samenleving te integreren. Vooral bekend is de zogeheten Tal Wet. Deze wet biedt 18-jarige jesjivastudenten de kans hun militaire dienstplicht uit te stellen tot hun 22e. Daarna hebben ze de mogelijkheid een jaar te studeren of te werken en vervolgens een jaar vervangende dienstplicht te doen of vier maanden het leger in te gaan.

De regeling van de commissie van oud-rechter Tzvi Tal was weinig succesvol. Slechts een handjevol maakten van de mogelijkheden gebruik. Vele charedim vroeg elk jaar opnieuw uitstel van dienstplicht, totdat ze de leeftijd hadden bereikt dat ze niet meer in het leger hoefden.

De nieuwswebsite Ynet meldde op grond van bronnen in de Knesset dat in 2009 slechts 1000 charedim in het leger dienden; 700 charedim dienden in de charedische eenheden en 300 in de Nachal gevechtseenheden. Ruim 1000 anderen deden vervangende dienstplicht. In totaal dienen slechts 3,5 procent van de charedim die de dienstplichtige leeftijd hebben bereikt.

De ontwikkelingen stellen het leger voor een uitdaging. De vraag is: zal het leger straks genoeg soldaten hebben? Brigadegeneraal Amir Rogovsky, het hoofd van de divisie planning van troepenwerving in het leger, rekende volgens The Jerusalem Post een Knessetcommissie voor dat als het zo doorgaat in 2020 40 procent van de Joodse schoolverlaters niet in het leger terechtkomt.

Gilad Malach, die werkt aan een doctoraat in openbaar bestuur en de charedim aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, zegt dat er vroeger een onofficieel akkoord bestond tussen de charedim en de rest van de bevolking. Het akkoord hield in dat de charedim hun eigen onderwijsmethode hadden en niet in het leger dienden. Hier kon iedereen mee leven, want hun deel van de bevolking was maar klein. Toen in 1970 iemand naar het hooggerechtshof stapte om te protesteren tegen de vrijstelling van de charedim van militaire dienstplicht, verwierp het hof zijn petitie. Het hof stelde dat de vrijstelling van de ultraorthodoxen zijn leven als soldaat niet beïnvloedde. Maar tegenwoordig liggen de kaarten anders, volgens Malach: „De meerderheid in de samenleving zegt nu: Wij willen dit niet meer.”

Maar beide delen van de samenleving ondernemen ook pogingen om tot een nieuw akkoord te komen. De charedim worden gestimuleerd om in het leger te gaan of vervangende dienstplicht te doen en een vak te leren. Daar staat tegenover dat de omgeving zich aanpast, zodat ze hun charedische levensstijl kunnen handhaven.

Het leger is vijf jaar geleden begonnen met het openen van plaatsen voor charedische eenheden. „Het leger is behoorlijk bezorgd”, zegt Malach. „Dit is een van de redenen dat het leger nu hard werkt om hen ervan te overtuigen om in de speciale eenheden te komen die voor hen zijn opgericht. Het leger wil hen heel graag.”

Rabbijn, journalist en zegsman voor de charedische gemeenschap Jonathan Rosenblum zegt dat er niet veel charedim zijn die geloven dat er geen leger nodig is. „Iedereen die dat denkt is niet goed bij zijn hoofd. Je ziet nu mensen rondlopen in uniform met een zwart keppeltje. Dit verandert de houding van mensen. Het vergroot het gevoel van de verbondenheid met het leger.”

In het leger kunnen de charedim een beroep leren. Ze werken bij de luchtmacht, de inlichtingen en de marine. Sommigen van hen krijgen computertrainingen. Anderen komen terecht bij het thuisfrontcommando – het legeronderdeel dat zich bezighoudt met de bescherming van burgers. Ze dienen daarbij in eigen gemeenschappen, waar ze de bevolking onderwijzen over wat ze moeten doen bij calamiteiten.

Inmiddels bestaat er ook een gevechtseenheid voor de charedim, de zogeheten Nachal Charedim. Deze legerafdeling heeft nu ook een eenheid voor reservisten. Het leger kan deze charedim dus na hun dienstplichtleeftijd ook oproepen.

Ook onderwijsinstellingen en de arbeidsplaatsen passen zich aan. In de afgelopen jaren zijn er tien plekken geopend voor charedim waar ze academische studies kunnen volgen. Malach: „Dit jaar zijn er 6000 charedim die eraan meedoen. Dit is een revolutie in hun gemeenschap. De helft bestaat uit vrouwen. Overheid en arbeidsmarkt werken samen om plaatsen te creëren waar ze naar werk kunnen zoeken dat te combineren is met hun wetten.”

Meer dan de helft van de mannelijke charedim had in de afgelopen jaren naast de talmoedstudie geen baan. Veel gezinnen kampen met een tekort aan geld. „Velen realiseren zich dat ze niet genoeg geld hebben”, zegt Jonathan Rosenblum. „De uitkeringen die ze krijgen zijn niet hoog genoeg om als gezin van te kunnen leven. Noodzaak is een van de grote gangmakers van sociale verandering. Deze gemeenschap kan zichzelf gewoon niet voeden als er niet meer mensen aan het werk gaan. Ik verwacht dat in de toekomst steeds meer mensen zullen proberen banen te krijgen op de arbeidsmarkt.”

In de meeste gezinnen werken de vrouwen al, zegt Rosenblum. „Er zijn weinig gezinnen waar niemand werkt. Veel vrouwen krijgen onderwijs in psychologische vakken. Anderen willen logopediste of arbeidstherapeute worden. Maar bij vrouwen zijn banen in de computerwereld het meest geliefd.”

Legervoorlichter Arye Shalicar bevestigt dat er steeds meer charedim in het leger dienen. „We doen onze uiterste best om aan alle voorwaarden te voldoen die het hun mogelijk maakt in het leger te dienen. Ze hebben een andere levensstijl dan de seculiere personen. Ze eten ”glatt koosjer” (bereid onder extra strenge regels; A.M). We proberen het dienen in het leger aantrekkelijker voor hen te maken.”

Volgens Shalicar zullen er over enkele jaren elk jaar enkele duizenden charedim het leger in willen. Shalicar gelooft dat er twee redenen zijn waarom de charedim in het leger willen dienen. De eerste is dat ze een beroep willen leren en uitoefenen. De tweede is dat ze op deze wijze kunnen integreren in de rest van de bevolking.

Volgens de voorlichter neemt ook de participatie van de niet-Joodse minderheden in het leger toe. Voor de druzen geldt al de dienstplicht. Maar andere minderheden, de bedoeïenen, Arabische moslims en christenen, hoeven niet. Als het leger erin slaagt in de toekomst een percentage van de charedim en andere minderheden te werven, zal er geen probleem ontstaan met mankracht in het leger.

De minderheden dienen in het leger om beter aansluiting te vinden bij de arbeidsmarkt en de samenleving. „Velen begrijpen dat je aan je land niet alleen maar eisen kunt stellen, maar dat je het ook moet dienen. Veel Arabische Israëli’s en charedim begrijpen dat. Als je wil dat de staat je als burger behandelt, moet je ook dienen net als alle andere burgers.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer