Abbas en de Israëlische premier Benjamin Netanyahu belden elkaar ook even over de branden. Volgens Netanyahu zijn „buren ervoor om elkaar te helpen” en verliep het gesprek „warm en vriendschappelijk”. De beide leiders hadden waarschijnlijk niet meer met elkaar gesproken sinds de vredesonderhandelingen in september spaak liepen.

De brand brak donderdagochtend in alle hevigheid uit en heeft inmiddels al aan meer dan veertig mensen het leven gekost. Het merendeel van de slachtoffers zijn gevangenisbewaarders, die in een bus op weg naar hun werk werden overvallen door het vuur. Daarnaast zijn meer dan 17.000 mensen geëvacueerd. Het vuur heeft al 34 vierkante kilometer land met meer dan 4 miljoen bomen vernietigd.

Wegens een gebrek aan materieel vroeg Netanyahu vrijdag in telefoongesprekken met buitenlandse collega’s om hulp. De internationale gemeenschap reageerde massaal op het verzoek, waardoor nu een vloot van meer dan tien buitenlandse blusvliegtuigen beschikbaar is. Zondag komen naar verwachting nog een aantal van deze kisten aan.

Onder meer Griekenland, Rusland, Bulgarije, de Verenigde Staten, Jordanië, Cyprus en Azerbeidzjan staken de helpende hand toe. Ook Nederland stuurt blushelikopters naar het getroffen gebied. Die zullen vermoedelijk maandag arriveren.

Ondanks alle inzet vreest de brandweer nog zeker een week nodig te hebben om het vuur te kunnen bedwingen. Op plekken waar het vuur gedoofd was, zijn inmiddels weer brandhaarden ontstaan. „Wij hebben het vuur niet onder controle. Het vuur heeft ons onder controle”, aldus het hoofd van de reddingsdiensten Shimon Romeah.

Na twee arrestaties op verdenking van brandstichting vrijdag was de politie zaterdag niet meer zo zeker van haar zaak. Volgens de voorlopige resultaten van het onderzoek wordt het nu waarschijnlijk geacht dat de grootste brand in de geschiedenis van Israël door onachtzaamheid is ontstaan. Mogelijk hebben twee tieners hun kampvuur niet goed geblust.