Bezuiniging krijgsmacht slaat in als een bom
Pakweg 1 miljard snoeien, zeker 10.000 man op straat. De bezuinigingen op Defensie zijn ingeslagen als een bom. „We moeten onze gereedschapskist niet plunderen.”
Van verschillende kanten stroomt materieel uit Uruzgan ons land weer binnen. Apaches op Gilze-Rijen, pantservoertuigen in de Eemshaven. Medio december meert –in defensiejargon– een verlate ‘pakjesboot’ af met rollend materieel.
De missie trekt diepe sporen. Heli’s, jachtvliegtuigen, gepantserde voertuigen hebben het zwaar te verduren gehad onder de barre omstandigheden in Zuid-Afghanistan. Kou en hitte, stof en zand eisen hun tol.
Woensdag keerden de laatste Apaches terug uit. De gevechtsheli’s staan er wat bleekjes bij. Het diepgroen is grauw geworden. „Ze moeten allemaal naar de schilder”, verklaart onderhoudsofficier Stephan van Gewen van het 301 Apachesquadron.
Na aankomst wacht elke AH-64 een After Desert Inspection. „We moeten de heli’s helemaal uit elkaar halen. Tot op het geraamte.” Zo’n ‘grote beurt’ neemt twaalf weken in beslag. Alle onderdelen ondergaan een grondige controle, omdat het Afghaanse zand overal in doordringt. „Tot in de kleinste gaatjes van de motoren.”
De Apaches voerden in zes jaar tijd ruim 1200 vluchten met 9100 vlieguren uit. De veelvuldige inzet kost meer inspectiebeurten. „De heli’s zijn berekend op hun taak”, verzekert de onderhoudsofficier. „Absoluut.”
Uruzgan
Uruzgan drukt zwaar op defensie. Het materieel is toch harder gesleten dan gedacht en moet sneller worden afgeschreven. Vier keer was een injectie van 50 miljoen euro nodig om extra onderhoud te kunnen uitvoeren.
De financiële situatie bij defensie is sowieso niet rooskleurig. De krijgsmacht moet 650 miljoen euro bezuinigen, boven op een bestaand tekort van 350 miljoen. Defensie ziet zich genoodzaakt 10.000 man de laan uit te sturen.
Geldgebrek leidt tot een nijpende situatie: F-16’s moeten aan de grond blijven door een tekort aan reserveonderdelen, militairen kunnen niet oefenen door een gebrek aan munitie, eenheden moeten leven met kapotte douches en toiletten.
Vraag is of de krijgsmacht nog in staat is zijn taken uit te voeren. „Hier en daar zakken we onder de kritische grens”, verklaart Dick Berlijn, oud-commandant der strijdkrachten. „De samenhang van de krijgsmacht komt in het geding.”
Berlijn is realistisch genoeg om te beseffen dat ook defensie niet ontkomt aan forse ingrepen. „De vraag is of het verstandig is.” De oud-chef defensiestaf dringt aan op een bezinning op de krijgmacht. „Wat willen we zijn? Nederland is de laatste tijd erg met zichzelf bezig, met een hogesnelheidslijn, met de fileproblematiek. We trekken ons terug achter de dijken en lijken te vergeten dat we in een internationale wereld leven.”
Nederland, de zestiende economie in de wereld, is economisch sterk afhankelijk van het buitenland. Door missies in Irak en Afghanistan neemt Nederland een gewaardeerde plaats in de internationale politiek in.
Nederland verliest zijn internationale invloed snel als het vaker ”nee” moet zeggen tegen NAVO en EU, denkt Berlijn. „Daar krijgen we de rekening van gepresenteerd. Ik kan het niet hard maken, maar ik denk dat ons vertrek uit Uruzgan een rol heeft gespeeld in het besluit Nederland niet langer uit te nodigen voor de G-20. Zo werkt dat nu eenmaal.”
Uitverkoop
De veiligheidssituatie in de wereld laat zich moeilijk inschatten. Berlijn waarschuwt daarom voor een uitverkoop van defensieonderdelen. „We moeten niet over een paar jaar tot de conclusie komen dat we instrumenten uit onze gereedschapskist hebben afgestoten die we op dat moment hard nodig hebben. Je kunt niet zomaar ergens een arm of een been amputeren.”
De generaal b.d. wijst op de afschaffing van de Orionpatrouillevliegtuigen in 2004. „We kunnen de Orions nu goed gebruiken tegen piraterij in de Golf van Aden.” De lijst afgestoten onderdelen is al lang. Operatie Samson: 12.500 man eruit, Seedorf gesloten, Twente dicht, Soesterberg afgestoten, Valkenburg weg. „Defensie probeert alle spek en vet weg te snijden. Maar het houdt op. Je kunt geen roofbouw blijven plegen.”
De „geloofwaardigheid” van defensie staat op het spel. „We hebben dure lessen geleerd in Srebrenica. De krijgsmacht moet in staat zijn eigen troepen te beschermen. Anders is je krijgsmacht niet meer dan een leuke padvinderij. We kunnen niet voor elk wissewasje, en zeker niet voor de bescherming van onze militairen, een beroep doen op anderen.”
Kaasschaaf
Berlijn ziet toch nog mogelijkheden om te bezuinigen door doelmatiger en efficiënter te werken. „We moeten onze internationale samenwerking op uitvoerend niveau optimaal benutten om de overheadkosten zo gering mogelijk te maken.” Goed voorbeeld noemt hij het Duits-Nederlands Legerkorps.
Berlijn erkent tegelijkertijd dat de kaasschaaf onvoldoende soelaas biedt. „De krijgsmacht zal heilige huisjes, voor zover die er zijn, moeten aanpakken. Het uitbesteden van onderhoud aan het bedrijfsleven bijvoorbeeld kan op veel grotere schaal worden toegepast. We ontkomen daar niet meer aan.”
De oud-generaal wil niet „vanuit een luie stoel” meedoen aan prijsschieten: de onderzeebootdienst afschaffen, de JSF niet aanschaffen. Hij sluit echter ook niet uit dat eenheden als bijvoorbeeld mariniers en infanterie in elkaar geschoven moeten worden. „Maar daar moet met verstand naar worden gekeken.”
Scheefgroei
Critici wijzen op een scheefgroei tussen een grote defensiestaf en de eenheden in het veld. Nederland heeft –met een landmacht van 26.000 man– grote moeite moeten doen om 1500 man op de been te houden in Uruzgan.
„Een soms moeilijk uit te leggen verhaal”, zegt Berlijn. „Defensie zal daarom heel goed moeten kijken naar de aparte staven van de verschillende krijgsmachtonderdelen. Misschien kunnen staven ineen worden geschoven.”
Generaals en admiraals laten zich jaarlijks voor 4,5 miljoen euro rondrijden in auto met chauffeur. „Eveneens moeilijk uit te leggen in tijden van bezuinigingen.”
Berlijn waarschuwt ervoor de bezuinigingsdiscussie te verengen tot dienstauto’s. „We moeten niet overdrijven. Het gaat om een klein aantal, hardwerkende militairen. Wij geven commandanten belangrijke verantwoordelijkheden. In spannende situaties moet hun gezag onomstotelijk zijn. Zij moeten autoriteit uitstralen. Dat geldt niet alleen in Nederland, maar in alle krijgsmachten. Een dienstauto is dan meer dan een vervoermiddel.”
„Niemand verdedigt defensie”
De Kamer debatteert dinsdag met minister Hillen (Defensie) over de enorme kostenreductie bij de krijgsmacht. „Politici weten niet wat ze aanrichten.”
Dat links defensie geen warm hart toedraagt, is geen nieuws. Maar opvallend genoeg krijgt de krijgsmacht regelmatig grote klappen te verduren als rechts het land bestuurt.
Onder de eerste kabinetten-Balkenende bijvoorbeeld moest defensie honderden miljoenen euro’s besparen. Nu is er weer een rechtse coalitie en opnieuw moet defensie fors inleveren: bijna 1 miljard euro.
Dat rechts net zo goed bezuinigt op defensie als links altijd van plan is, verbaast VVD-Kamerlid Ten Broeke niet. „De VVD zit altijd in het kabinet als er orde op zaken moet worden gesteld en de overheidsfinanciën weer in balans moeten worden gebracht.”
CDA’er Knops voegt daar aan toe dat het kabinet wegens de economische crisis 18 miljard euro structureel moet bezuinigen. En dus ook snijdt in defensie.
Directeur Rob de Wijk van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) durft de stelling wel aan dat rechts steviger snijdt in defensie dan links. „Opportunisme” verwijt hij VVD en CDA. „Ze zeggen een groot hart te hebben voor de krijgsmacht, maar leggen de prioriteiten toch elders.” Hun besparingen komen volgens hem heel dicht in de buurt bij wat linkse partijen als PvdA en SP hadden willen wegsnijden.
Hij constateert dat de PVV bij de formatieonderhandelingen haar zin heeft gekregen. „Die wil fors bezuinigen op de krijgsmacht en het geld besteden aan linkse, sociaaleconomische zaken. CDA en VVD zijn daarin meegegaan.”
De Wijk stelt dat de onderhandelaars van VVD, CDA en PVV „niet in de gaten hebben gehad wat de consequenties waren” van wat ze over defensie hebben afgesproken. „Nu vindt de totale afbraak van de krijgsmacht plaats. Volledig herstel is na deze bezuinigingen niet meer mogelijk.”
De HCSS-directeur vindt dat hedendaagse politici naar binnen gericht zijn. „Defensie is er niet om ons land in klassieke zin te beschermen tegen een vijand, maar om onze toekomstige welvaart veilig te stellen.” Besparen op defensie kost daarom economische groei in de toekomst. „Terwijl politici de koek juist groter zouden moeten maken.”
Dat ook rechts zo makkelijk geld weghaalt bij de krijgsmacht, begrijpt hij wel. „Op defensie kun je rustig korten, want die heeft geen achterban. Niemand verdedigt defensie.”
Knops herkent dat. „Kiezers willen niet besparen op zorg en onderwijs, maar wijzen naar ontwikkelingssamenwerking en defensie.” De PVV, stelt hij, heeft ook een heel andere kijk op de krijgsmacht. CDA en VVD willen het leger internationaal inzetten, de PVV denkt meer aan militaire bijstand voor de politie.
Dat politici en kiezers zo naar binnen zijn gericht, wijt De Wijk aan de globalisering. Populisme steekt de kop op; mensen kruipen in reactie op de grote mondiale veranderingen in hun schulp.
Aan ontwikkelingssamenwerking blijft het kabinet echter wel veel geld uitgeven. De internationale norm dat 0,7 procent van het bruto binnenlands product (bnp) wordt besteed aan ontwikkelingshulp, blijft gehandhaafd. Het kabinet negeert anderzijds de in NAVO-verband afgesproken norm om 2 procent van het bnp aan defensie uit te geven. „Defensie moet bloeden omwille van een hoog budget voor ontwikkelingssamenwerking”, zegt De Wijk.
Knops erkent „een zekere inconsistentie” in de keuze van het kabinet. „Ik vind dat jammer. We lopen zelfs nog verder weg bij die NAVO-norm. En dat terwijl een CDA-rapport, mede opgesteld door de huidige minister Hillen, aanbeval terug te keren naar die 2 procent.”
Volgens Knops wordt het een „hele uitdaging” om ondanks de besparingen een acceptabele krijgsmacht overeind te houden. VVD’er Ten Broeke is niet pessimistisch. „Defensie hoeft er niet zwakker uit te komen. We kunnen nu een efficiencyslag maken die zonder bezuinigingen was uitgebleven.”