Pastoor Schilder: Ik luid de klok niet voor mijn eigen feestje
TILBURG – Al vier jaar lang vecht hij voor de mogelijkheid ’s morgens vroeg zijn klok te luiden. De strijd van de Tilburgse pastoor Harm Schilder is nog niet voorbij. Deze week diende hij een hoger beroep in.
De rechtbank in Breda bepaalde vorige maand dat de kerkklok van de Margarita Mariakerk voor de vroege ochtendmis niet ongedempt mag worden geluid. Om dit voor elkaar te krijgen, stelde de gemeente nieuwe regels op die het gebeier moesten beperken. Die voorschriften zijn hier en daar wat vreemd, vindt pastoor Schilder. „De gemeente heeft bijvoorbeeld besloten dat er tot halfacht niet mag worden geluid, terwijl normaal gesproken de nacht om zeven uur ophoudt”, aldus Schilder.
Waarom gaat u in hoger beroep?
„Om rechtsonzekerheid te voorkomen. In het vonnis van de rechter staat bijvoorbeeld dat het voldoende is als enkele mensen de klok kunnen horen. Dat is vaag. Hoeveel mensen zijn dat?
Volgens de nieuwe regels van de gemeente mag het geluid van de klok hooguit 80 decibel zijn. Maar vanaf waar gemeten? Dat staat niet in de regels.
En waarom gebruikt de gemeente de milieuwetgeving voor het bepalen van de overlast van kerkklokken? Dat is appels met peren vergelijken. Je moet uitgaan van het geluid van een gemiddelde klok. Die zit namelijk algauw over de regels van de milieuwetgeving.”
Waarom is het zo belangrijk uw gelijk te krijgen?
„Het gaat niet om mij. Ik luid de klok niet om mensen voor mijn eigen feestje uit te nodigen, maar voor de eucharistieviering. A: Het klokgelui is daar onderdeel van. B: Het werkt; mensen komen daardoor naar de kerk. C: Ik vind de klachten overdreven. Het gaat om één klok die één minuut luidt. Om daar nu zo tegen te vechten.”
Ziet u het als pesterij van de gemeente en omwonenden?
„Nee, maar wel als lompheid. Het respect voor de kerk wordt zo heel dun.”
Is het klokgelui de ruzie met de omwonenden waard?
„Ja, zeker, omdat het aantal omwonenden dat last heeft van de klok heel klein is. Verder zijn de klagers geen kerkgangers en worden het ook geen kerkgangers als ik de klok niet luid.”
Trekt dit alles een wissel op u?
„Nee. In het begin wel. Toen schrok ik ervan. Nu kost het weinig tijd en energie omdat het in handen is van juristen. Bovendien heb ik door de kwestie veel interessante mensen leren kennen, die vinden dat we door moeten gaan.”
Bent u persoonlijk lastiggevallen?
„Ik ben ’s nachts eens gebeld door iemand die gedichten ging voorlezen. Hij zei: „U houdt ons uit onze slaap met uw klokken, nu zal ik u uit uw slaap houden.” Het hield vanzelf op.”
Waarom is het geen optie de klok te dempen?
„Het is wel een optie, alleen een vreemde optie. Er zijn nog steeds legitieme middelen voorhanden om gelijk te krijgen. Stoppen zou betekenen dat we wel A zeggen, maar geen B.
Ik had de handdoek in de ring kunnen gooien om irritatie te voorkomen. Maar het wordt er voor de kerk niet beter op als ze haar eigenheid prijsgeeft. Er zal van ons gevraagd worden steeds meer in te leveren, tot we kaal geplukt zijn.
Het is sowieso wachten op een volgende kwestie elders. Daar durf ik om te wedden. Voor sommigen is de kerk een blijvend irritatiepunt.”
Maakt u zich zorgen?
„Ik denk dat iedere orthodoxe christen zich zorgen maakt over de toekomst van de geloofsgemeenschap. Als de sfeer nog grimmiger wordt, zal er voor de kerk weinig ruimte meer zijn.”