Commentaar: Zwarte kousen goed voorbeeld van lik-op-stukbeleid
Sipke van der Land, predikant, schrijver en tv-presentator, publiceerde ooit een boek over sekten en stromingen onder de veelzeggende titel ”Wat bezielt ze?” Diezelfde vraag kan gesteld worden aan D66. Wat bezielt de partij van Pechtold om keer op keer met antireligieuze voorstellen te komen?
Het jongste voorbeeld is het D66-pleidooi, gisteren in de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken, om de Zondagswet af te schaffen. Die wet zou een relikwie uit een ver verleden zijn en niet passen bij deze moderne, verlichte tijd, waarin iedereen vrij moet kunnen bepalen wat hij of zij op zondag doet.
Wie er precies hinder ondervinden van de Zondagswet heeft D66 niet duidelijk kunnen maken. Dat is niet verwonderlijk. De wet bepaalt onder meer dat er op zondag tot 13.00 uur zo veel mogelijk rust in het openbare leven moet zijn, zodat er ongehinderd kerkdiensten gehouden kunnen worden. Wie heeft er behoefte aan om die rust op zondagmorgen te verstoren? Bovendien hebben gemeenten de mogelijkheid incidenteel van de Zondagswet af te wijken. Wat is dan het probleem?
Alleen het argument dat een wet niet meer van deze tijd is, komt zwak over. D66 laadt daarmee opnieuw de verdenking op zich dat het deze partij niet gaat om het oplossen van wezenlijke knelpunten in de wetgeving, maar om een ander, ideologisch doel: het opruimen in de samenleving van alles wat aan het christendom, het christelijk geloof en de Bijbel herinnert.
Is het niet hoog tijd dat D66, de libertijnse partij in het kwadraat, stopt met deze dubieuze ambitie? Niet alleen christenen stellen die vraag, ook leden van D66 zelf. Het Leidse D66-raadslid Van Meenen zei dinsdag in deze krant dat zijn partij het antireligieuze imago aan zichzelf heeft te wijten door steeds maar tegen het christelijk geloof aan te schoppen. Hij slaat de spijker op z’n kop. Misschien kan Pechtold zijn Leidse partijgenoot eens op de koffie vragen om zich te laten adviseren over een ander imago.
Gelukkig reageerde minister Donner gisteren met gereformeerde nuchterheid op het voorstel om de Zondagswet af te schaffen. Hij zei nog nooit knelpunten in de handhaving van de wet ontdekt te hebben. De Zondagswet biedt kerkgangers bescherming, net zoals voetbalfans die krijgen als ze op zondagmiddag hún plezier willen beleven, aldus de bewindsman. Zijn boodschap is helder: er is niets mis met de Zondagswet, dus waarom afschaffen?
Intussen blijft D66 doorgaan met haar antichristelijke sloopacties. Kamerlid Schouw wondt daar gisteren in deze krant geen doekjes om. Natuurlijk, zijn partij zoekt er niet bewust naar, maar als D66 terloops een wet met christelijke wortels tegenkomt, dan „gaan we er wel mee aan de slag.”
Christenen doen er verstandig aan zich niet te laten intimideren door dit libertijns gedram. De SGP-jongeren gaven deze week het goede voorbeeld. Ze deden Pechtold een stel zwarte sokken cadeau, omdat de D66-leider in de Kamer had gewaarschuwd voor het „zwartekousenliberalisme.” Lik op stuk, heet dat.