Afghaan Masdjedi hoopt op opleiding tot cardioloog
Zijn interesse voor een baan in de gezondheidszorg ontstond tijdens zijn jeugd in Afghanistan. Nu werkt Ken Masdjedi (26) in het Erasmus MC in Rotterdam. Op de afdeling cardiologie draagt de gedreven arts zijn reanimatiepieper even over aan een collega om rustig over studie en werk te kunnen praten.
Masdjedi groeit met een broer en drie zussen op in Kabul. Hij is 14 jaar als het gezin in 1998 om politieke redenen naar Nederland vlucht. „In Afghanistan had ik vier of vijf jaar lagere school gehad. Soms kreeg ik een maand les, dan weer twee maanden niet. De situatie was instabiel.”
Als hij het Nederlands voldoende beheerst, begint hij op het Meridiaan College in Amersfoort aan het vwo. Het is zijn ideaal geneeskunde te gaan studeren. „In Afghanistan was de gezondheidszorg niet zo goed als hier. Mensen overleden aan ziekten waarvan ik nu weet dat die eenvoudig te behandelen zijn. Er was gebrek aan kennis en aan faciliteiten.”
In 2003 haalt hij zijn vwo-diploma. Omdat hij nog geen permanente verblijfsvergunning heeft, komt hij niet in aanmerking voor een studiebeurs. Een hulpcomité zamelt geld in om hem toch de mogelijkheid te bieden naar de universiteit te gaan. Later krijgt hij ondersteuning van de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF. Tijdens zijn studie loopt hij coschappen in Rotterdam en Delft en ontstaat zijn bijzondere interesse in hart- en vaatziekten. Het mooiste vindt hij dat de opleiding „geen eind” heeft. „Je begint ergens aan en hoe verder je komt, hoe meer je ontdekt hoe uitgebreider het vak is.”
Als hij in 2008 zijn bul heeft gehaald, vindt de vluchteling, die inmiddels een permanente verblijfsvergunning heeft, een baan als arts in het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft. In september 2010 stapt hij over naar het Erasmus MC. „Ik hoop op een opleidingsplaats voor cardioloog, maar moet hier eerst bewijzen dat ik die waard ben. Ik werk nu drie maanden op de afdeling spoedeisende hulp, daarna ga ik naar de hartbewaking op de intensive care.”
Zijn buitenlandse achtergrond belemmert hem niet in zijn werk, ervaart Masdjedi. „Ik heb het één keer meegemaakt dat een oude vrouw niet gezien wilde worden door een ‘zwarte’ dokter. Op dat moment waren er alleen vier niet-Nederlandse artsen op de afdeling, dus er was geen keus. Uiteindelijk was dat toch geen probleem. Ik maak gemakkelijk contact met mensen. Daardoor vallen vooroordelen weg.”
Overweegt Masdjedi in de toekomst terug te gaan naar Afghanistan om zijn medische kennis daar te benutten? „De situatie is op dit moment niet stabiel genoeg, maar ik zou het mooi vinden als ik daar, bijvoorbeeld via Artsen zonder Grenzen, ooit iets zou kunnen betekenen op het gebied van voorlichting of scholing. Maar voorlopig wil ik mijn kennis hier verder verdiepen.”
Dit is de tweede aflevering in een serie over integratie van hogeropgeleide vluchtelingen op de arbeidsmarkt.