Onderwijs & opvoeding

Populariteit thuisonderwijs groeit

Een groeiende groep ouders kiest ervoor hun kinderen thuisonderwijs te geven. De ervaringen zijn overwegend positief.

30 November 2010 07:24Gewijzigd op 14 November 2020 12:42
Een van de praktische zaken die thuisonderwijzer Stelma (r.) zijn zoon Bauke aanleert, is het restaureren van een boot. Foto Kor Stelma
Een van de praktische zaken die thuisonderwijzer Stelma (r.) zijn zoon Bauke aanleert, is het restaureren van een boot. Foto Kor Stelma

„Ik ben ook vader en dan zeg ik, dat mijn vaderhart lijden zou, dat men mijn geweten grieven zou, zoo men mij dwong mijn tweetal zonen die God mij gaf, af te staan aan een onderwijs, dat ik krachtens mijn persoonlijk recht, waarvan ik God alleen verantwoording doe, schadelijk acht en verfoei. Maar neen, men dwingt mij niet. Vind ik geen school, dan zal ik ze zelf onderwijzen.”

De gereformeerde voorman dr. Abraham Kuyper was rond 1870 stellig in zijn opvatting over het thuisonderwijs aan zijn eigen kinderen. De journalist, politicus en hoogleraar kon alle voor- en nadelen als geen ander afwegen. Tot zijn twaalfde kreeg hij namelijk zelf thuisonderwijs. Overigens vond Kuyper voor zijn kinderen wel een geschikte school.

Volgens schattingen van het ministerie van Onderwijs uit 2006 zijn er zo’n 250 ouders die hun kinderen zelf lesgeven. Enkele tientallen van hen zijn christen, weet de onderwijskundige Elly Stouten uit Eindhoven. „Maar de meesten van hen hebben een humanistische of holistische levensovertuiging”, aldus Stouten, die haar drie kinderen thuisonderwijs gaf.

De onderwijskundige vindt het jammer dat de Nederlandse overheid terughoudend is bij het toestaan van thuisonderwijs. „Ik vind het een recht van ouders om een keuze te maken voor thuisonderwijs. Het is gelijkwaardig met het reguliere onderwijs. Onderzoeken wijzen uit dat kinderen die thuis leskrijgen niet achterlopen bij kinderen die op school zitten.”

Het Amersfoortse ChristenUnieraadslid Simone Kennedy vindt ook dat Nederlandse ouders meer keuzevrijheid moeten hebben. Zij woonde jaren in Amerika en heeft daar de voor- en nadelen van het thuisonderwijs gezien. „Soms is het nodig om je kinderen te beschermen tegen dominante invloeden van buiten; denk aan drugsgebruik, seksuele vrijheden, pesten, agressie of een leeromgeving die niet aansluit bij de behoeften van het kind. Als gezinnen meer zeggenschap krijgen in de opvoeding, is er ook meer ruimte voor de ontwikkeling van een gezinscultuur, waardoor kinderen met een ander perspectief tegen de maatschappij durven aankijken.”

Thuisonderwijs kan volgens Kennedy een alternatief zijn voor ouders met gehandicapte kinderen of kinderen die niet goed kunnen meekomen in het reguliere of speciale onderwijs. Het kan ook een uitkomst zijn voor gezinnen waarvan de ouders veel moeten reizen. „Je kunt dan je gezin meenemen, omdat de school met je meereist. Zo hoeven gezinnen niet gescheiden van elkaar te leven.”

Kennedy beseft dat de Nederlandse situatie een andere is dat de Amerikaanse, waar de overheid alleen het openbaar onderwijs bekostigt en niet het bijzonder onderwijs.

Zelf heeft Kennedy –moeder van drie kinderen– geen gebruikgemaakt van de mogelijkheid voor thuisonderwijs. Toen het gezin enkele jaren geleden in Nederland kwam wonen, hebben ze een bewuste keuze gemaakt om in Amersfoort te gaan wonen, omdat daar veel christelijke scholen aanwezig zijn.

Kor en Erna Stelma uit Franeker geven sinds vijf jaar thuisonderwijs aan hun vijftienjarige zoon Bauke. Het echtpaar, dat lid is van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, heeft richtingsbezwaar tegen alle in aanmerking komende scholen in hun buurt en koos daarom voor het zelf onderwijzen van hun zoon. „We hebben God beloofd om Bauke te leren Hem te vrezen en lief te hebben”, aldus Erna. Kor vult aan: „We willen Bauke leren hoe hij een radertje kan zijn in Gods plan en Koninkrijk. Helaas troffen we die houding niet aan bij de protestants-christelijke gymnasia in onze omgeving.”

Bauke heeft vorig jaar al staatsexamen gedaan voor de vakken Engels en algemene natuurwetenschappen op vwo-niveau. „Ik overweeg nu om in te stappen in een Amerikaans examensysteem, zodat ik direct een bachelor kan behalen, zonder apart een gymnasiumdiploma”, zo verklaart de enige zoon van de familie Stelma.

Kor en Erna zijn op een vrij schoolse manier begonnen om het thuisonderwijs te geven, met testen en toetsen erbij. „Dat hebben we al snel losgelaten. Omdat je zo dicht bij je kind bent, weet je wat hij wel en niet beheerst. We geven wel proefexamens. Je ziet dan de hiaten in de kennis en het is een goede voorbereiding op de echte examens”, aldus moeder Stelma, die de dagelijkse onderwijsbegeleiding voor haar rekening neemt.

Het echtpaar Stelma kan wat de begeleiding betreft de teugels nu meer laten vieren, omdat Bauke een goede leerhouding heeft. „Eigenlijk is zijn gehele leven leren. We doen ook bewust aan karaktervorming. We hebben een moestuin en daar gaan we elke dag naartoe. We doen daar wat nodig is en ondertussen praten we over bepaalde onderwerpen en boeken die Bauke heeft gelezen en bestudeerd. Hij helpt me soms in mijn financieel adviesbureau en leert dan bijvoorbeeld hoe hij met klanten moet omgaan. We ondernemen samen ook dingen. We zijn nu bijvoorbeeld samen bezig ons vaarbewijs te halen”, zo zegt thuisonderwijzer Stelma, die er ook voor zorgt dat de goede lesmethoden op tafel komen.

Houdt zoonlief dan nog wel tijd over? Bauke: „Jazeker. Ik zit echt niet altijd te leren en te lezen. Ik doe echt wel eens een computerspel, maar dan wel een waarvan ik wat leer. Verder heb ik contacten met vrienden en heb veel interesse in techniek en alles wat daarmee samenhangt.”

Onderwijskundige Stouten, die de website thuisonderwijs.com beheert, heeft de stellige indruk dat het aantal mensen dat thuisonderwijs geeft, groeiende is. „Ik kan dat merken aan de toename van het aantal mensen op mijn mailinglijst. Dat loopt tegen de 500 en nam de afgelopen jaren gestaag toe. Daar zitten ook mensen tussen die thuisonderwijs overwegen en andere belangstellenden, maar van een toename van het aantal mensen dat thuisonderwijs geeft, is zeker sprake.”

Stouten heeft haar drie kinderen gedurende de basisschoolperiode en de eerste jaren van het voortgezet onderwijs ook zelf lesgegeven. Dat beviel haar uitstekend: „Je groeit erin. Het was mijn taak. Ik heb het met erg veel plezier gedaan.”

De kinderen van Stouten vonden het plezierig dat ze leskregen van hun moeder: „Ze waren niets anders gewend. Nu ze op het voortgezet onderwijs zitten, zeggen ze dat de school leuk is, maar dat thuisonderwijs ook zijn voordelen heeft. En wat mijzelf betreft: Als ik weer voor de keuze stond, zou ik het zeker opnieuw doen.”


De Nederlandse wetgever is terughoudend met de mogelijkheden voor thuisonderwijs. In de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en België is thuisonderwijs een volwaardige vorm naast het reguliere onderwijs. In Nederland moeten ouders de leerplichtambtenaar van de gemeente kennisgeven van hun richtingsbezwaar tegen het onderwijs in hun omgeving. Als de kennisgeving aan de wettelijke voorwaarden voldoet, volgt vrijstelling.

Als een leerling al op een school heeft gezeten, zal de leerplichtambtenaar de kennisgeving niet accepteren. Vaak gaan ouders dan naar de kantonrechter. Sinds een jaar of tien krijgen ze daar steeds vaker gelijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer