De Veste maakte begin 2008 bekend dat zij het bestel wil verlaten en verder wil gaan als privaat bedrijf. Toenmalig minister Ella Vogelaar (Wijken en Wonen, PvdA) wees het verzoek hiertoe echter af. Zowel de rechtbank als de Raad van State oordeelden dat dat besluit terecht was.

De woningstichting denkt beter af te zijn als zij niet meer in het bestel zit. Corporaties moeten sinds enkele jaren namelijk niet alleen winstbelasting over hun commerciële, maar ook over hun sociale activiteiten betalen. Dat moeten ze als privaat bedrijf ook, maar dan kunnen ze bijvoorbeeld wel meer aftrekposten opgeven bij de Belastingdienst.

De Raad van State oordeelde eind oktober dat het eigendomsrecht van De Veste wordt beperkt, maar dat dat gerechtvaardigd is. Het algemene belang van een goede volkshuisvesting weegt namelijk zwaarder. Volgens Sinke heeft de Raad echter onvoldoende duidelijk gemaakt wat dat algemene belang dan precies inhoudt. De procedure bij het Europees Hof kan jaren duren.

Ook een andere corporatie, woningstichting Den Helder, vroeg in januari toestemming aan de minister (op dat moment Eberhard van der Laan) om uit het bestel te treden. Die wees dat af. De corporatie diende vervolgens een bezwaar hiertegen in bij het ministerie. Financieel directeur Peter Kramer liet onlangs weten dat hij het ministerie gaat vragen te wachten met het nemen van een besluit over dat bezwaar. Hij wil dat het Europees Hof eerst een oordeel velt over de zaak van De Veste.