Opinie

Najaarsacties

Met de kerstdagen in het verschiet is menige organisatie gestart met een najaarsactie. Bij dat soort acties staat belangeloos geven centraal. Volgens het aloude spreekwoord ”Doe wel en zie niet om”. Of beter nog, volgens het Bijbelse principe: „Het is zaliger te geven dan te ontvangen” (Handelingen 20:35).

Drs. Evert-Jan Brouwer
29 November 2010 09:25Gewijzigd op 14 November 2020 12:41

Toch is er wel wat te doen rond die activiteiten. Zo kreeg een onder ons bekende organisatie kritiek vanwege een recente voedselactie. De actie werkte zo: U gaat naar de C1000. Bij de ingang vragen vrijwilligers u om wat soep, jam en macaroni te kopen. Als u uw boodschappen hebt afgerekend, geeft u daarna een paar artikelen af aan de vrijwilligers. Die stoppen het in dozen, die anderhalve week later worden uitgedeeld aan straatarme Oost-Europeanen.

Een doeltreffende actie, toch? Twintig jaar geleden hielden we op de middelbare school een vergelijkbare actie. Wat is daar nu mis mee? Waarom kreeg deze organisatie kritiek?

Welnu, de criticasters vroegen: Waarom kopen jullie het voedsel niet ter plekke? Dat stimuleert de plaatselijke economie. De kosten en de milieubelasting van het vrachtwagentransport spaar je zo ook uit. Doorgaan met de actie betekent de lokale economie verstoren en mensen afhankelijk maken van buitenlandse hulp. De organisatie bracht daartegen in dat de actie een uitstekend middel was om nieuwe vrijwilligers aan te trekken. Ook zou het voedsel voornamelijk naar bejaarden gaan die toch niet kunnen werken, of alleen tijdelijk naar hulpbehoevende gezinnen. Op de kern van de kritiek werd echter niet ingegaan.

Ik spiegel dit even aan een verhaal dat twee weken terug in de Volkskrant stond: het percentage eerlijke chocoladeletters is inmiddels gestegen tot 95. De cacaoboeren in Latijns-Amerika krijgen nu een eerlijke prijs voor hun cacaobonen. Smikkelen zonder bijsmaak dus deze weken! Lasten en lusten gaan samen op: bij de kassa van de supermarkt hebben we –misschien wel onbewust– bijgedragen aan gezonde economische ontwikkeling van arme boeren ver weg.

Nu de koppeling met het begin: de voedselhulpactie lijkt op belangeloos geven. De eerlijke chocoladeletters zijn een vorm van ”geven door te nemen”. U koopt iets en helpt daardoor een ander. De eerste actie is eenrichtingsverkeer, de tweede kenmerkt zich door wederkerigheid, waarbij de ontvanger ook een prestatie levert. Hoe moeten we dit beoordelen vanuit de christelijke traditie?

Onlangs stuitte ik op de ”Didache”, een geschrift uit de eerste eeuw na Christus dat aanwijzingen geeft voor het gemeente-zijn. Een citaat: „Sta niet met uitgestrekte handen om te ontvangen, maar houd ze gesloten om te geven… Aarzel niet bij het geven en als u het doet, mopper er niet bij. U moet immers weten wie de schone Vergelder is van uw loon. Wend u niet af van de behoeftige, maar deel alles met uw broeder en zeg niet: Dit is van mij.”

Toch is de ”Didache” niet naïef. Mensen afhankelijk maken van je hulp kan ook het slechte in hen naar boven halen. Terwijl ze prima zichzelf kunnen redden. Daarom nog een citaat: „leder die komt in de Naam des Heeren moet ontvangen worden. Daarna moet u een onderzoek naar hem instellen en hem leren kennen, want u moet inzicht hebben in de ‘rechter- en linkerkant’. Indien hij die bij u komt op doorreis is, help hem dan zo veel u kunt. Hij moet echter niet meer dan twee of drie dagen bij u blijven, als dat noodzakelijk is. Als hij zich bij u wil vestigen, moet hij werken voor de kost zo hij een vakman is… Als hij hiernaar niet wil handelen, is hij iemand die munt wil slaan uit zijn christen-zijn. Wacht u voor dergelijke mensen.”

Wijze woorden van bijna 2000 jaar oud. Kennelijk hangt het af van de situatie hoe je mensen moet helpen. Is dat ook niet iets wat we in de Bijbel terugzien? De barmhartige Samaritaan geeft twee penningen aan de herbergier om de gewonde reiziger te verzorgen. De gewonde man mag kosteloos bijkomen. Hij was immers in acute nood (Lukas 10). Maar de wijze onderkoning Jozef gaf de zeven jaar lang opgespaarde korenvoorraad niet zomaar weg aan de hongerlijdende Egyptenaren: ze konden het krijgen in ruil voor geld, vee of land (Genesis 47).

Belangeloos geven is een goede zaak, maar doorslaggevend is of er acute, onhoudbare nood is. Zo niet, laten we dan zo veel mogelijk de wederkerigheid erin houden. Daar zijn mensen minstens zo mee geholpen.

De auteur is coördinator beleidsbeïnvloeding Woord en Daad.

Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer