Opinie

Nieuwe Testament verhoring van gebed van Christus

Het Nieuwe Testament is vóór alles een verhoring van het gebed van Christus in Johannes 17, aldus prof. dr. J. van Bruggen. Zaterdag hield hij een causerie bij de presentatie van het laatste deel van het Commentaar op het Nieuwe Testament. Hieronder een deel van zijn bijdrage.

29 November 2010 09:47Gewijzigd op 14 November 2020 12:41
„Het Nieuwe Testament is veelkleurig, maar het ademt één geloof.” Foto uitg. Kok
„Het Nieuwe Testament is veelkleurig, maar het ademt één geloof.” Foto uitg. Kok

Het was in de laatste nacht voor Zijn kruisiging dat Jezus bad voor Zijn leerlingen. Hij bad –zo lezen we in Johannes 17– allereerst voor degenen die de Vader Hem gegeven had en aan wie Hij de Vader bekend had gemaakt. Zij zouden worden uitgezonden in de wereld, opdat velen door hun verkondiging zouden geloven. Juist daarom bidt Jezus dat deze apostelen allen één zijn (11), opdat de wereld gelooft dat de Vader de Zoon heeft gezonden (20-23). Ter wille van velen, tot in de 21e eeuw toe, bad Jezus met nadruk voor de eenheid van de apostelen na zijn heengaan.

Dat gebed was wel nodig. Op dat moment waren alle leerlingen tegenstanders van Jezus’ kruisiging. En in de laatste maanden waren de onderlinge ruzies soms hoog opgelopen. Dit gebeurde terwijl de Meester nog bij hen was. Een somber vooruitzicht voor de tijd daarna! Daarom bad Jezus voor hun eenheid in geloof.

Zonder dat gebed zouden wij in onze eeuw misschien niets meer gehoord hebben over de Vader en de Zoon. Of we zouden alleen nog wat verspreide en tegenstrijdige documenten vinden van onderling rivaliserende oud-leerlingen van Jezus. Dan zouden we het werkelijk hebben moeten doen met slechts ”oud-christelijke literatuur”, zoals veel nieuwtestamentici van de laatste twee eeuwen het Nieuwe Testament karakteriseren.

Maar het gebed van die nacht is verhoord. De onwillige en ruziënde apostelen vormden een eenheid op de pinksterdag en daarna. En het grootste wonder is wel dat zij, afgezien van een enkele tijdelijke discussie, tot in de martelaarsdood eenparig zijn gebleven. Het Nieuwe Testament is veelkleurig, maar het ademt één geloof. De wegen gingen vanuit Jeruzalem alle kanten op, maar het bleef één Evangelie en één geloof. Vóór alles is het éne Nieuwe Testament een unieke gebedsverhoring.

Onder vuur

Dat vervult ook met schroom wanneer je op dit Nieuwe Testament een commentaarserie wilt schrijven. De grond waarop je staat is heilig. En tegelijk is het al heel lang ook een omstreden gebied. Vanaf de dagen van de christen­bestrijder Celsus in de tweede eeuw tot en met de vrijblijvende Jezussymposia in de 20e eeuw liggen de evangeliën en ook de brieven onder vuur. Dat zou ertoe kunnen verleiden om als uitlegger helemaal op te gaan in brandbestrijding en niet meer toe te komen aan het Nieuwe Testament zelf, dat stille getuigenis van een verhoord gebed.

In onze commentaarserie hebben wij niet willen voorbijgaan aan veel wat tegen het Nieuwe Testament wordt ingebracht. We lezen het Nieuwe Testament in de 21e eeuw met zijn zogeheten ”moderne Bijbelwetenschap”. Daarom vindt de lezer op allerlei momenten ook discussie met de kritische benadering van het Nieuwe Testament.

Wij kunnen ons daarin gelukkig aansluiten bij die wetenschappers die de Bijbel tot zijn eigen recht laten komen. Samen met hen willen we de Bijbelgebruikers moed geven: ze hoeven niet bang te zijn en zich hun geloof niet te laten ontnemen. De vaak imponerende woorden die in naam der wetenschap worden ingebracht tegen het eenvoudig lezen en geloven van wat het Nieuwe Testament ons leert, missen wetenschappelijke objectiviteit en zijn gebaseerd op menselijk vooroordeel.

Maar ons hoofddoel is positief. Wij willen graag al lezend en uitleggend de eenheid laten zien van de apostolische documenten, de schoonheid van deze gebedsverhoring. Het is belangrijk dat wij als Bijbelgebruikers niet ontmoedigd worden, maar het is nog veel belangrijker dat wij al lezende delen in de verhoring van wat Jezus ook heeft gebeden in die nacht voor zijn sterven: „Ik zeg dit terwijl Ik nog in de wereld ben, opdat zij vervuld worden van mijn vreugde” (17:13).

Die vreugde heeft alles te maken met wat Jezus aanduidt als Zijn beslissende werk op aarde: Hij heeft op aarde Gods grootheid getoond en Hij heeft Gods naam bekendgemaakt (17:4,6). Het hart van het Evangelie is Jezus Christus Zelf. Zijn openbaring is de inhoud van de verkondiging van de apostelen, waardoor ook anderen zullen gaan geloven (17:20-23).

Daarom is de uitlegging van het Nieuwe Testament ook iets bijzonders. Niet vanwege de tekst als talig product: daarvoor gelden de normale leesregels. Het bijzondere ligt in de inhoud. Het Nieuwe Testament is een venster: het gaat niet om het glas en de sponningen, maar om het uitzicht. Dit uitzicht moet centraal staan bij alle exegese van zinnen en passages. Sterker nog: juist ter wille van dit uitzicht gaat de exegeet als glazenwasser aan het werk.

De auteur is emeritus hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Kampen en redacteur van de serie Commentaar op het Nieuwe Testament.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer