Groen idealisme op Heidehof
Zijn landgoed is een domein van cultuurhistorie en unieke natuurwaarden, én een succes binnen de Ecologische Hoofdstructuur. Beheerder Dolf van der Weij gelooft heilig in het belang van natuur voor de mensheid. „Dat gaat verder dan Bijbels rentmeesterschap.”
Onder de vensters van villa Heidehof ontrolt zich een groene wereld, zo ver het oog kijken kan. De graslanen zijn hier en daar bedekt door een vochtige bladerdeken in fascinerende kleurschakeringen. Eeuwenoude en frisjonge bomen –eiken, lindes, lariksen en berken– glinsteren in de waterige herfstzon. Voor Van der Weij een dagelijks schouwspel, waar hij nochtans geen genoeg van krijgt.
Samen met zijn echtgenote Annetje Braat koopt Van der Weij in 1996 van een verzekeringsmaatschappij het Drentse landgoed nabij Eext, dan zo’n 92 hectare groot. Van het oude landhuis, ooit gebouwd door industriëlen en in de oorlog hoofdkwartier van de Duitse SS, resteert slechts een ruïne. Op de nog altijd zichtbare fundamenten verrijst een duurzame houten villa in Engelse stijl, volledig in harmonie met de lommerrijke omgeving.
Dat is echter niet het einde voor de kersverse grondbezitters. Het landgoed moet beheerd worden en de handen gaan uit de mouwen. „De stichter van het landgoed bezat een meubelfabriek. De hier aangelegde bossen waren productiebos. Ons streven was om dat om te vormen tot een gemengd natuur- en belevingsbos.”
In 2000 krijgt die missie een ferme steun in de rug als het landgoed wordt aangewezen als EHS-gebied. Van der Weij: „We kochten toen 42,5 hectare landbouwgrond, grenzend aan ons gebied. Daarmee creëerden we een natuurverbinding naar het achterliggende Staatsbos. Zo ontstond een doorgang naar het –na de Veluwe– grootste aaneengesloten bosgebied van Nederland.”
De verbinding, in de winter van 2000/2001 beplant met maar liefst 230.000 nieuwe bomen, levert direct resultaat: een dassenfamilie trekt vanuit het Staatsbos het landgoed op. Ze betrekken een al jarenlang leegstaande dassenburcht en bouwen die om tot een verblijf met 26 uitgangen.
Wandelend door de jonge aanplant vertelt het beheerderspaar over de enorme klus om het nieuwe gebied in te richten. „We hebben ervoor gekozen de Engelse landschapsstijl van het landgoed door te zetten. Kromme paden, stroken kruidenrijk grasland om het bos een open karakter te geven.
De landbouwgrond is diep geploegd en de lanen zijn met zandgrond afgedekt. Tot onze verrassing leverde die combinatie een grote verscheidenheid aan kruiden op, zoals wilde haver. In een van onze vennen, jarenlang verstopt in de landbouwgrond en nu gerestaureerd, zien we een onverwachte soortenrijkdom ontstaan. De zonnedauw en de moeraswolfsklauw zijn terug, en vorige week zag ik er een watersnip.”
Van der Weij wijst op een hoopje vossenkeutels. „Vossen maken dankbaar gebruik van de uitwisselingszone tussen het landgoed en het Staatsbos. Net als reeën, boommarters, hazen en konijnen.”
De verbinding leidt aantoonbaar tot een verhoogde natuurwaarde, erg belangrijk binnen de kaders van de EHS. Voor de eigenaren gaat het echter om meer. Achter hun werklust schuilt idealisme: „Het is ons er vooral om begonnen deze grond weer terug te geven aan de natuur. En we willen mensen laten ervaren hoe weldadig de natuur kan zijn.”
Van der Weij is geschrokken van de politieke koerswijziging. Gedreven door bezuinigingen schrapt het kabinet-Rutte nieuwe robuuste verbindingen en grondaankopen. „De EHS is een van de weinige projecten die bij alle voorgaande kabinetten overeind zijn gebleven. En dat is goed, want natuur is niet iets van de korte termijn. Er gaat heel veel tijd overheen voordat de EHS is ontwikkeld.”
Het besluit van staatssecretaris Bleker is een duidelijke onderbreking van mooi en zinvol beleid, ziet Van der Weij. „Een kortstondige visie. Deze kleine bezuiniging staat in geen verhouding tot de waarde van natuur. Het is voor mij zeker dat wij grote rampen tegemoet gaan door de klimaatverandering. We moeten daarom met alle macht vechten voor natuur, om daarmee de wereld verder te verduurzamen. Een van de belangrijkste wapens is bos.”
Voor Van der Weij is zijn landgoed een roeping. „Nog dagelijks loop ik hier en voel ik: Wat ben ik gezegend. Ik beleef God in de natuur. Bijbels rentmeesterschap spreekt me aan, maar gaat voor mij niet ver genoeg. Als we de aarde willen redden, moeten we de natuur op gelijke voet stellen met de mens. Niet door weer in berenvellen te gaan rondlopen, maar door met ons gevoel en onze ratio en alle technologische verworvenheden proberen te leven alsof wij deel uitmaken van de natuur.”
Natuurorganisaties en provincies staan op hun achterste benen omdat het kabinet stopt met de aanleg van robuuste natuurverbindingen. Reden voor een serie artikelen over de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Vandaag deel 4, volgende week woensdag deel 5.