Ellen over treintjes
„Eééééén góédemiddag dames en heren de reden dat we nog éééventjes niet verder rijden is dat we een klein rangeerprobleempje hebben met een treintje voor ons en er liggen wat blaadjes op de rails.”
De Nederlandse Spoorwegen hebben het moeilijk. Nederland is een vol land, waarin het altijd druk is. De bladeren vallen massaal van de bomen en als het dan ook nog waait, dwarrelen ze zomaar op de rails. En als ze eenmaal liggen, kun je je niet meer voorstellen dat ze ooit lichtvoetig dwarrelden. Soms is er brand in een controlehuisje, en het nare is dat het reservehuisje dan ook meteen uitvalt. En de winter snelt dichterbij, dus hoe zal het met de wissels gaan?
Daarnaast hebben de Nederlandse Spoorwegen te kampen met een kwetsbare doelgroep. Nederlanders, oelala, die moet je voorzichtig behandelen hoor, die hebben het zwaar, al die onderzoeken waaruit blijkt dat ze deel uitmaken van het gelukkigste volk op aarde ten spijt. Ze werken en ze reizen en ze moeten op tijd komen en ze hebben recht op dit en dat en ze snappen niet dat er soms dingen tussen kunnen komen en dan loopt hun hele systeem in de war en dat komt dan door de NS.
En dat maken ze kenbaar ook, in superlatieven – wat aangeeft dat het heel erg is, want superlatieven gebruik je doorgaans voor rampen en oorlogen. Hoewel de NS best inzien dat niet altijd alles op rolletjes loopt, willen ze hun problemen toch niet vergelijken met rampen en oorlogen, maar ze hebben wel te maken met hun reizigers die dat doen, waarschijnlijk onbewust.
Hun reizigers zijn zich sowieso van heel weinig bewust. Zo zitten ze bijvoorbeeld vaak in de stiltecoupé te bellen. („Já, ik zit nu in de STILTEcoupé, dus even kort. Wat zeg je? Ja, in de STILTECOUPÉ. Ja. Nee mag niet. Nee. WATTE? Nee.”)
De NS hebben lang nagedacht over symbolen op de ramen om aan te geven dat het niet de bedoeling is om in een stiltecoupé decibellen van welke sterkte dan ook te produceren. Dat zijn kristalheldere symbolen geworden, maar toch.
En dan is er nog Rover hè, reizigersvereniging Rover, wiens bestaansrecht het is om het oneens te zijn met de NS.
Ja. De NS hebben het écht moeilijk, en in dit gecompliceerde geheel is de verleiding groot om verkleinwoordjes in te zetten als wapen tegen de superlatieven. Begrijpelijk. Maar niet doen NS! Het hele punt is nou juist dat de dingen niet op waarde geschat worden, en met verkleinwoordjes doen jullie dat zelf ook niet. Er is geen ramp, maar er is ook geen probleempje. Er is geen totale chaos, maar er zijn ook geen blaadjes.
Relax. Een trein is gewoon een trein. En soms is-ie vertraagd en soms niet. Punt.