Onduidelijkheid over aardappelgrond
De Gelderse aardappelenverwerker Aviko heeft de Raad van State toestemming gevraagd om door te gaan met de stort van zogeheten tarragrond in Gelderland. Het gaat om grond die aan geoogste aardappelen zit en er door Aviko wordt afgewassen.
Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben de stort verboden op last van een dwangsom van vijfduizend euro per overtreding. Volgens de provincie is de tarragrond vervuild met bestrijdingsmiddelen. Daardoor is het een afvalstof die afgevoerd moet worden naar een afvalverwerker.
De uitspraak die de Raad van State zal doen, heeft gevolgen voor tientallen bedrijven. Veertig aardappel- en bietenverwerkende bedrijven moeten samen één miljoen ton tarragrond per jaar kwijt op landbouwgrond. Sommige provincies verbieden dat, maar niet alle. Daarom voeren de twaalf provincies, de ministeries van LNV en VROM en de bedrijfstak momenteel overleg om tot eenduidig beleid te komen.
Aviko ontkent donderdag niet dat tarragrond is vervuild met landbouwgif. Volgens woordvoerder J. Sträter gaat het echter om niet-afbreekbare overblijfselen van DDT en Drins die in de jaren zestig veelvuldig in de landbouw werden gebruikt en die later werden verboden. Volgens hem is de helft van het Nederlandse akkerbouwareaal met de twee stoffen vervuild en is het spul dus nooit te vermijden.