Leidend college moet babysterfte terugdringen
DEN HAAG (ANP) – Het College Perinatale Zorg moet een leidende rol gaan spelen in het vlot trekken van de stroeve communicatie tussen verloskundigen en gynaecologen. Daarmee zou de babysterfte in Nederland beperkt kunnen worden. Dat concludeerde Tweede Kamerlid Khadija Arib (PvdA) donderdag uit een rondetafelgesprek met een groep deskundigen uit de medische wereld.
„Kinderen overlijden door slechte communicatie. Het is nu duidelijk dat er leiding moet worden genomen. Een gezaghebbend college kan goede en veilige zorg aansturen”, aldus Arib.
Het College Perinatale Zorg is een groep van vertegenwoordigers uit de zorg die algemene richtlijnen op het gebied van zorg rond de zwangerschap en de geboorte moet opstellen en bewaken. Het is nog niet volledig operationeel; volgens Arib ontbreekt alleen een voorzitter en kan het college vanaf 1 januari officieel aan de slag.
Tijdens het rondetafelgesprek noemde epidemioloog J. van der Velden verder „de opeenstapeling van risico’s een belangrijk probleem bij babysterfte.” Vrouwen kunnen verschillende risico’s tegelijk lopen. Een zwangere vrouw met overgewicht die rookt, drinkt en tijdens de bevalling probeert af te vallen, loopt bijvoorbeeld meer risico op complicaties dan een vrouw met overgewicht die niet rookt of drinkt. Zorgverleners moeten daarom alert zijn op vrouwen die verhoogd risico lopen, vinden de deskundigen.
Ook ‘preconceptiezorg’ werd genoemd als belangrijk instrument tegen babysterfte. Dat is zorg die voor de zwangerschap begint en doorgaat tot de zwangerschapscontroles. Het is belangrijk dat vrouwen gezond de zwangerschap ingaan, omdat de gezondheid van de moeder in de eerste weken van de zwangerschap een belangrijke rol speelt tijdens de gehele zwangerschap. Vrouwen zouden bovendien beter voorgelicht moeten worden over gezondheidsrisico’s.
Jaarlijks sterven in Nederland ongeveer 1700 baby’s vlak voor, tijdens of na de geboorte. Ons land heeft daarmee een van de hoogste sterftecijfers onder zuigelingen in Europa.