Voor de landelijke regeringspartijen VVD en CDA pakte de stembusgang overwegend goed uit. In de meeste gemeenten werd of bleef één van hen de grootste. De VVD is nu onder meer de grootste in Bussum, Medemblik en Stichtse Vecht. Mark Verheijen, de waarnemend VVD-partijvoorzitter, vindt het een „mooi resultaat”. Volgens hem herkennen kiezers zich in de standpunten van de VVD over bijvoorbeeld lage lasten en veiligheid.

Ook waarnemend CDA-partijvoorzitter Liesbeth Spies vindt de uitslagen „een zeer positief signaal”. „We lijken het vertrouwen van kiezers weer te herwinnen. Het is een goede stimulans voor de komende Provinciale Statenverkiezingen”, zei Spies.

D66 is ook opgetogen over de winst die de partij op een aantal plaatsen heeft behaald. „Het laat opnieuw zien dat D66 op ieder niveau weer helemaal terug is”, aldus partijvoorzitter Ingrid van Engelshoven. GroenLinks is tevreden met de score, vooral in de fusiegemeenten. In veel van de oude gemeenten zat GroenLinks nog niet, stelt partijvoorzitter Henk Nijhoff. Maar nu is in Weesp, Sudwest Fryslan, Medemblik en Bodegraven-Reeuwijk wel een „stevige vertegenwoordiging in de raad”.

De PvdA heeft verlies geleden of is gelijk gebleven. Partijvoorzitter Lilianne Ploumen vindt het lastig om uit deze zeer verschillende gemeenten een conclusie te trekken. Volgens haar is de verschuiving niet zo groot maar doet elk verlies van een lokale zetel altijd pijn. Ook wijst ze erop dat „de geweldige uitslag uit 2006 niet zomaar te evenaren is”.

In Maarssen, waar een bestuurlijke crisis ontstond, is het zeker niet goed gegaan, stelt Ploumen. De PvdA-mensen hebben daar volgens haar het vertrouwen verspeeld en moeten hard aan de slag om dat te herstellen. In Friesland (Sudwest Fryslan) ging het beter, waar de PvdA na het CDA de tweede partij werd, aldus Ploumen.