„Het gaat echt goed met de kerk”
„Een gat in de zendingsmarkt”, noemt hij de door zijn stichting gehanteerde methode van bijbelverspreiding. Graag wijst hij daarbij op de „hoopgevende en tot dankbaarheid stemmende” resultaten ervan. R. M. Meijer, directeur van de Bible League in Amersfoort: „Het gaat echt goed met de kerk.”
„In 2002 kwamen ruim 380.000 mensen tot geloof en werden gedoopt als gevolg van het werk van de Bible League wereldwijd!” schrijft Meijer in het jongste nummer van het kwartaalblad ”De Kracht van het Woord”. Een recordaantal. „Dit betekent 7337 dopelingen per week. Ten opzichte van het jaar 2001, toen er 219.074 nieuwe dopelingen waren, betekent dit een groei van 74 procent. Gods Geest is nog altijd met kracht werkzaam.”
In het blad zijn nog meer cijfers opgenomen. „Aantal mensen dat bijbelstudie afrondde: 2.640.693. Aantal opgeleide ”Philips”: 358.722. Aantal verspreide Bijbels en Nieuwe Testamenten: 21.181.152. Aantal nieuwe kerkleden: 381.507. Aantal nieuw gestichte kerken: 3544. Aantal opgeleide gemeentestichters: 3907.” Kolossaal.
De naam Bible League, Bijbel Bond, is eigenlijk wat misleidend, zegt Meijer. „Die suggereert dat we vergelijkbaar zijn met het Nederlands Bijbelgenootschap, of de Gereformeerde Bijbelstichting. Maar wij verkopen geen Bijbels, of hooguit 5 procent. Bijbelverspreiding is voor ons onlosmakelijk verbonden met evangelisatie.”
Het was de Nederlander William Chapman die, in Chicago, aan de wieg stond van wat de International Association of Bible Leagues zou gaan heten. Deur na deur trok hij langs met zijn Bijbels. Nooit gaf hij er echter zomaar een weg. Steeds vroeg hij de bewoners of hij nog eens terug mocht komen. In 1938, vorige maand 65 jaar geleden, richtte hij de Bible League op.
De werkzaamheden breidden zich in de loop van de jaren aanzienlijk uit. Inmiddels is de organisatie actief in zo’n tachtig landen, aldus Meijer. „De Balkan, de voormalige Sovjet-Unie, Afrika, Zuid-Amerika, Zuid-Oost Azië en China, en sinds kort ook Irak.” En dan zijn er nog de afdelingen in de zogeheten fondswervende landen - waaronder Nederland.
De Nederlandse afdeling vierde in april haar tienjarig bestaan. Grondlegger ervan was de christelijke gereformeerde predikant D. J. van Vuuren. Lange tijd was deze ook directeur van de stichting, maar na een ernstige hartoperatie, nu zo’n drie jaar geleden, zag hij zich gedwongen die functie neer te leggen. De vroegere godsdienstdocent Meijer werd zijn opvolger.
Grondslag van de stichting is „de Heilige Schrift, zoals geïnterpreteerd in de ”Statement of Faith” van de International Association of Bible Leagues. „Ongeveer te vergelijken met onze Drie Formulieren van Enigheid”, zegt Meijer. Doelstelling is „Bijbels, bijbelgedeelten, evangelisatiemateriaal en toerustingsmateriaal wereldwijd ter beschikking te stellen aan kerken, gemeenten en particulieren en op te roepen tot gebed en financiële steun voor dit werk.”
De manier waarop zijn organisatie te werk gaat, is uniek, vindt de directeur. „Het gaat ons om „disciple making”, discipelen maken. Kijk, andere organisaties verspreiden ook Bijbels. In hotels, in gevangenissen. Maar ze hebben daar verder geen controle over. Wij zien erop toe dat die Bijbels ook gelezen worden.”
De bijbehorende term is ”project-Philip”. „Net zoals Filippus de kamerling onderwees in de Schriften, leiden wij over de hele wereld lokaal gemeenteleden op die als Filippussen kunnen fungeren. Ze krijgen dan een korte opleiding, van een week of tien. Vorig jaar hebben we op deze manier zo’n 360.000 mensen opgeleid.”
Vervolgens gaan deze ”Philips” aan de slag. „Ze vragen hun bekenden en familieleden of zij bijbelstudie met hen willen doen. Als ze dat willen, krijgen ze aan het einde van de periode een Nieuw Testament en een certificaat, als kroon op hun inspanningen.”
En dan gaat het traject verder. „De Filippussen vragen dan: Willen jullie christen worden? Ze gaan, om zo te zeggen, discipelen trainen. Ook daarvoor zijn in Amerika materialen ontwikkeld. Het boekje ”Wat vraagt God van je?”, bijvoorbeeld. Hierna krijgen ze een complete Bijbel.”
Uiteindelijk komen de ”discipelen” terecht in de catechese van de gemeente zelf; daarna op belijdeniscatechisatie. Ten slotte worden ze, als alles goed gaat, gedoopt. Weer een cijfer. „Vorig jaar zijn langs deze weg wereldwijd zo’n 380.000 mensen tot geloof gekomen.”
De derde stap, aldus de directeur, is leiderschapstraining; „de vierde de opleiding van een selecte groep tot evangelist. Ook hier vind ik de Engelse term weer zo mooi: churchplanter, kerkplanter. Daarbij worden mensen eerst gescreend door een soort curatorium. Een stukje roeping, godsvrucht is wel nodig.”
De kerkplanters worden uitgezonden naar streken waar het Woord nog niet eerder is gebracht. „Daarbij verdienen ze niets, krijgen ze alleen wat zakgeld.”
Ook in dit stadium blijft de begeleiding vanuit de Bible League strak. „Churchplanters moeten regelmatig zorgen voor een gedegen rapport. Daarin schrijven ze hoeveel mensen er bij hen naar de kerk komen, of hoeveel bijbelstudiegroepen ze onder hun hoede hebben. We willen duidelijk in kaart gebracht zien wat er gebeurt. En lukt het in een bepaald gebied niet, dan kunnen we iemand terugtrekken.”
Dat klinkt wat streberig.
„Misschien is dat wel zo. Maar we kunnen nu eenmaal niet oneindig lang in een gebied blijven waar nauwelijks vrucht wordt gevonden. Ook niet omdat we elke dollar maar een keer kunnen uitgeven. Overigens verrichten we goed voorwerk als we in een bepaald gebied willen beginnen. Meestal komt de vraag ook vanuit de streek zelf.”
Rijdt u kerkelijk gebonden zendingsorganisaties niet in de wielen?
Nee. Sterker nog, met veel daarvan onderhouden we goede contacten. Met de Zending Gereformeerde Gemeenten, het deputaatschap Bijbelverspreiding, Friedensstimme, Open Doors, met presbyterians en evangelischen. Onze uitgangspunten en materialen zijn voluit reformatorisch.”
Wereldwijd is er veel opening voor Gods Woord, stelt Meijer. „Je hoort vaak over christenvervolgingen. En die zíjn er ook. Een land als China maakt het christenen bepaald niet gemakkelijk. Maar ik spreek liever over de vele zegeningen. Want het gaat echt goed met de kerk. In hetzelfde China komen we 50 à 60 miljoen Bijbels tekort.”
Een bezorgde lezer zou zich kunnen afvragen of mensen via uw methode wel op dezelfde manier „tot geloof komen” als in de rechterflank van de gereformeerde gezindte noodzakelijk wordt geacht.
Meijer, zelf lid van de Gereformeerde Gemeenten: „Ik ben daarvan overtuigd. Als je aan de Kananese vrouw had gevraagd: „Vrouw, wat begrijp je nu van het Evangelie?” dan had ze gezegd: „Weinig.” En toch zegt de Heere Jezus: „Vrouw, groot is uw geloof.” En daar gaat het om. Al zeg ik er meteen bij dat kennis wel van belang is om te groeien in dat geloof. Door middel van onze cursusmaterialen proberen we die kennis bij te brengen.”