Kunz gold als verdachte van moord op zeker tien mensen in het vernietigingskamp Belzec in de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast zou hij vanaf begin volgend jaar in Bonn terechtstaan voor medeplichtigheid aan de dood van 430.000 joden. Kunz heeft toegegeven dat hij tussen januari 1942 en juli 1943 in Belzec werkte als bewaker.

Hij stelde geen andere keuze te hebben gehad. De etnische Duitser vocht in het begin van de Tweede Wereldoorlog voor het leger van de Sovjet-Unie, maar werd krijgsgevangene van nazi-Duitsland. Door zich op te geven als vrijwilliger voor de bewaking van kampen van de nazi’s, zou hij zijn ontsnapt aan de dood. Kunz ontkent dat hij mensen heeft vermoord.

Na de oorlog kreeg Kunz de Duitse nationaliteit. Hij werkte tot zijn pensionering voor een ministerie in Bonn en werd net als veel andere verdachten van oorlogsmisdaden in Duitsland nooit vervolgd voor zijn daden. De woordvoerder van het OM zei maandag dat Kunz donderdag is overleden, waarschijnlijk in zijn woonplaats in de omgeving van Bonn.

Efraim Zuroff, de directeur van het Simon Wiesenthalcentrum in Jeruzalem, noemde het maandag frustrerend dat Kunz overleden is voordat hij kon worden berecht. „Het leek erop dat er eindelijk een strafzaak zou komen tegen deze man, die decennialang vrij heeft rondgelopen in Duitsland. Nu is dat proces uiteraard van de baan”, aldus Zuroff. „De enige troost is dat hij is aangeklaagd, dat zijn daden zijn blootgelegd en dat in ieder geval een beetje recht is gedaan.”

Kunz was opgeroepen als getuige in het slepende proces tegen John Demjanjuk, die zou hebben gewerkt als bewaker in Sobibor, een ander vernietigingskamp van de nazi’s. De zaak tegen de 90-jarige in Oekraïne geboren Demjanjuk begon in november 2009 in München en wordt op zijn vroegst in maart 2011 afgerond.