Deense regering trots op puntensysteem
KOPENHAGEN – Denemarken voert als eerste EU-land een puntensysteem in voor gezinshereniging van inwoners met buitenlandse partners.
De liberaal-conservatieve regeringscoalitie heeft dat in een akkoord met de populistisch-nationalistische Deense Volkspartij vastgelegd. De regeling zal op basis daarvan in de loop van dit begrotingsjaar op een meerderheid van het parlement kunnen rekenen.
Het puntensysteem wordt door de coalitie verkocht als „een intelligent immigratiebeleid”, dat ervoor moet zorgen dat de nieuwkomers geen beroep hoeven te doen op de sociale voorzieningen en meteen actief bij kunnen dragen aan de samenleving. Daarom krijgen academici een hoog aantal punten, evenals mensen met een beroepsopleiding. Mensen boven de 24 jaar hebben 60 punten nodig, als ze zich als partner van een Deense ingezetene in het land willen vestigen. Iemand van onder de 24 jaar moet 120 punten vergaren.
Behalve voor opleidingen en universiteitsdiploma’s gelden ook bepaalde hoeveelheden punten voor bijvoorbeeld kennis van het Deens en vestiging in een woonomgeving die niet bekendstaat als probleemgebied. Een aantal wijken in diverse grote steden heeft onlangs die status van de regering opgeplakt gekregen in het kader van een ander beleidsakkoord dat be- oogt gettovorming tegen te gaan.
De liberale minister van Integratie, Birthe Rønn Hornbech, noemt de regeling „innovatief” en de Deense Volkspartij gelooft zelfs dat het land hiermee de weg wijst die straks ook veel andere landen zullen gaan volgen.
Aan kritiek op de regeling ontbreekt het niet. Critici zitten echter niet in de Kamer en maken weinig kans gehoor te vinden. Hun bezwaren komen erop neer dat met een indeling op basis van opleiding en intelligentie ernstig afbreuk wordt gedaan aan het beginsel van de menselijke gelijkwaardigheid.
Tegen die achtergrond is met name ook veel verzet te beluisteren uit de kerken en christelijke organisaties. „Dit riekt naar nationaal egoïsme, naar Deense benepenheid, naar volledig afwezige solidariteit met arme en geplaagde bevolkingen”, schrijft de duidelijk verontwaardigde voorzitter van het Evangelisch-Lutherse Netwerk in het Kristeligt Dagblad, dat in zijn hoofdartikel zelf ook weinig ingenomen is met het nieuwe toelatingssysteem.
Minder principieel is de afwijzing door de sociaaldemocraten, die aanvankelijk zelfs aarzelend hun instemming betuigden, maar inmiddels hebben aangekondigd toch tegen te zullen stemmen. Voor het geval de sociaaldemocraten bij de volgend jaar uit te schrijven parlementsverkiezingen de regeringsmacht weten te veroveren, komen ze met een eigen puntensysteem. Daarin zullen hoogopgeleiden geen extra punten krijgen.
Kritiek is er ook vanuit het oogpunt dat de regeling in de praktijk lastig objectief te hanteren zal blijken te zijn. De regering spreekt zelf van „keiharde, heldere eisen” maar de tegenstanders voorzien vérgaande ambtelijke willekeur en een geweldige bureaucratische rompslomp, los van de ellende die met name ook de eigen Deense staatsburgers zal treffen als ze een buitenlandse partner over willen laten komen.
Tegenstanders spreken tevens van symboolpolitiek want feitelijk gaat het bij gezinshereniging maar om een relatief beperkt aantal personen.