„Geef boer actieve rol in natuurbehoud”
„Geef boeren een actieve rol binnen de Ecologische Hoofdstructuur.” Die hartstochtelijk oproep deed prof. dr. Joop Schaminée donderdag na de presentatie van het boek ”Grenzeloze natuur”. „We kunnen geen boer meer missen.”
De rust in de omgeving van Hotel Duinoord in Wassenaar doet weldadig aan na een rit door de drukke Randstad. Achter het hotel loopt een smal paadje de duinen in. Een kramsvogel neemt een bad in een meertje. Een soortgenoot laat zich de oranje bessen van de duindoorn goed smaken.
In het hotel is de rust echter ver te zoeken. Tientallen vertegenwoordigers van allerlei organisaties volgen een minisymposium over grenzeloze natuur. Drie wetenschappers van de Wageningen Universiteit (WUR) presenteren het gelijknamige boek. Hun boodschap: Nederland heeft een gigantische verantwoordelijkheid als het gaat om het behouden van unieke planten- en diersoorten in unieke ecosystemen en landschappen.
Een oproep die het nieuwe kabinet niet zomaar naast zich neer kan leggen, vindt auteur ir. Joep Dirkx, programmaleider bij het bureau Wettelijke Onderzoekstaken Natuur en Milieu van Wageningen Universiteit. De houding die het kabinet-Rutte tot nu toe aanneemt ten opzichte van de natuurontwikkeling in Nederland noemt hij zorgwekkend. „Er worden vraagtekens gezet bij de internationale betekenis van de Nederlandse natuur. Hopelijk opent ons boek de ogen van de heren politici.”
Zijn collega prof. dr. Joop Schaminée luidt in een interview na afloop van de boekpresentatie de noodklok over de manier waarop het kabinet omgaat met de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). „Abrupt en zonder pardon wordt de stekker uit het project getrokken. Dat brengt enorm veel mensen in gigantische problemen. Provincies bijvoorbeeld zitten met de handen in het haar omdat er allerlei processen zomaar worden afgebroken. Maar daar is amper oog voor.”
Op zich heeft de Wageningse hoogleraar er begrip voor dat er kritisch wordt gekeken naar het aankopen van landbouwgronden voor het realiseren van nieuwe natuur. „Er is op dat terrein de laatste jaren veel fout gegaan. Neem nu de natuurcompensatie die er bij de aanleg van ieder nieuw industrieterrein moest worden uitgevoerd. Gemeenten kozen daarvoor een stuk goede landbouwgrond, de boer werd onteigend, de gemeente plantte er een paar bomen en struiken, bankje erbij en hup, er was weer aan de voorwaarden voldaan.”
De aanleg van de sommige verbindingszones zijn volgens Schaminée niet nodig. Je moet niet willen verbinden om het verbinden. In veel gevallen is het juist verstandig om bepaalde natuurgebieden niet met elkaar te verbinden.” Als voorbeeld noemt de hoogleraar de noordse woelmuis, die in Nederland voorkomt op diverse geïsoleerde plekken, zoals in de Biesbosch en de Makkumer Noordwaard bij de Afsluitdijk. „Voor deze soort is het juist zijn ondergang als hij in contact komt met andere muizen. Die verjagen hem van zijn eiland.”
De aanleg van een natuurlijke verbinding tussen Duitse natuurgebieden en de Nederlandse Veluwe vindt Schaminée onnodig. „Dat kost echt miljoenen euro’s en draagt niet veel bij aan de biodiversiteit in Nederland. Daar is gewoon niet goed over nagedacht.” Andere verbindingzones, zoals het Oostvaarderswold in Flevoland, vindt de Wageninger wel nuttig.
Hét probleem van het nieuwe kabinetsbeleid zit volgens Schaminée in het besluit om de aanleg van de laatste 15 procent van de Ecologische Hoofdstructuur te schrappen. „Dat is ondoordacht en onverstandig. Het doel van de EHS was nu juist om robuuste leefgebieden voor diverse planten- en diersoorten te maken. Nu blijven er witte vlekken zitten waardoor een natuurgebied zich niet verder kan ontwikkelen.”
Het afmaken van de EHS hoeft niet zo veel te kosten als het kabinet denkt, zegt de wetenschapper uit Wageningen. „Het onteigenen van agrariërs is in de meeste gevallen niet nodig. Het is zelfs vaak onverstandig. Boeren zijn vaak betere natuurbeheerders dan de deskundigen van natuurorganisaties. De mooiste planten groeien bijvoorbeeld op de schrale, onvruchtbare gronden. De boer weet die plekjes op zijn eigen land het beste te vinden.”
In het project Boeren voor Natuur wordt al op die manier gewerkt. Op de twee proeflocaties, de Polder van Biesland bij Delft en op het landgoed Twickel in het Overijsselse Delden, zijn agrariërs al natuurbeheerders. Zij blijven zelfstandige ondernemers en produceren als het ware mooie natuur en landschappen. „Als we op deze manier naar agrariërs gaan kijken, kunnen we in Nederland eigenlijk geen boer meer missen”, zegt Schaminée.
Toch valt aan onteigening in een enkel geval niet te ontkomen. De hoogleraar denkt terug aan de ontwikkeling van Het Wijnjeterper Schar, een natuurgebied van ongeveer 100 hectare in de buurt van Beetsterzwaag. „Het waterpeil moest omhoog om bepaalde planten in de graslanden te laten terugkeren. Midden in het gebied zat echter een boer die nergens aan wilde meewerken. Er zat uiteindelijk niets anders op dan de man te onteigenen.”
Aan het einde van het interview komt een medewerker van de provincie Drenthe naar Schaminée toe. Hij vertelt dat hij boeren spreekt die hem met tranen in de ogen vragen hoe het nu verder moet. „We hebben met die mensen afspraken gemaakt over bijvoorbeeld het verplaatsen van hun bedrijf, maar ze vragen zich nu in paniek af of we die afspraken wel kunnen nakomen.” Schaminée: „Dit bedoel ik nu. Je kunt het als kabinet toch niet maken om voor zo veel onzekerheid te zorgen?”
Grenzeloze natuur
De helft van alle laagveengebieden in Europa liggen in Nederland, 90 procent van alle Europese droogmakerijen liggen in Nederland. Het Dwingelerveld in Drenthe is het grootste natte heidegebied van Europa. Kalkrijke, grijze duinen met daarin planten zoals duinroosjes en parnassia komen alleen voor in Ierland, België en Nederland. De zeldzame schorviltbij is binnen Europa alleen gesignaleerd op twee plekken in Zeeland. Het vloedschedemos alleen op vier plekjes in de Biesbosch.
Volgens de auteurs van het boek ”Grenzeloze natuur” kent Nederland vele unieke landschappen, ecosystemen en planten- en diersoorten. Als ze uit Nederland verdwijnen, dan verdwijnen ze uit Europa. Joop Schaminée, Joep Dirkx en John Janssen werken bij de Unit Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu (WOT N&M). Dit bureau ontwikkelt onafhankelijke wetenschappelijke kennis over natuur en landschap.
Normaal gesproken is dat vastgelegd in moeilijk toegankelijke wetenschappelijke rapporten. Het is de auteurs geslaagd met “Grenzeloze natuur” een toegankelijk boek te schrijven, waarin het een leek duidelijk wordt waarom Nederland een grote verantwoordelijkheid heeft als het om natuur gaat.