Nieuwsgierig Bagdad krijgt langzaamaan opnieuw media
BAGDAD (ANP/AFP) - In de geplunderde zetel van de krant Babel van Uday Saddam Hussein heerst al weer grote bedrijvigheid. De krant Babel is net als de partijkrant van Baath, ath-Thawra (Revolutie) of de krant van de strijdkrachten al-Qadisiya (Veldslag), uit het straatbeeld verdwenen sinds 9 april. De media van het regime hebben de machtswisseling niet oveleefd.Hun plaats wordt inmiddels ingenomen door een reeks bladen die hopen het gapende gat in de nieuwsmarkt te vullen. Zo is er twee keer per week de krant Nieuw Irak die Babels redactieburelen deelt met fundamentalistische en communistische krantenmakers, zo heeft de verslaggever van het Spaanse dagblad El País woensdag bericht.
Abas Mahdi van Nieuw Irak bekent dat het allemaal nog niet veel voorstelt. Voor de vijf kranten die in het pand worden gemaakt, zijn er hooguit vijf werknemers. Het zijn daarom erg „persoonlijke kranten”. En ongeacht de politieke of religieuze achtergrond helpen de makers elkaar door elkaars eindredacteur te zijn. Van een bittere concurrentiestrijd is nog geen sprake.
De makers genieten van de nieuwe persvrijheid en een dankbare lezer merkte op dat hij voorheen geërgerd telde hoe vaak de naam Saddam Hussein op een krantenpagina voorkwam. Hij heeft naar eigen zeggen eenmaal tot 150 moeten tellen.
De nieuwe kranten hebben een geringe oplage, maar ze worden relatief veel gelezen. Na lezing wordt het blad aan een andere nieuwsgierige Irakees doorgegeven en die doet weer hetzelfde. De oplage van de door Koerdische partijen gefinancierde Koerdische krant De Unie is vooralsnog het grootst in overwegend Arabisch Bagdad. De Unie brengt 35.000 exemplaren per dag uit. Deze krant heeft maar liefst twaalf werknemers.
De krantenmakers vervullen een bescheiden, echter belangrijke rol. De onveilige stad hunkert naar nieuwsfeiten, maar is verstoken van berichten met een redelijk betrouwbare bron. Geruchten zijn er des te meer, bijvoorbeeld het gerucht dat de Verenigde Staten Saddam Hussein in handen hebben en hem opnieuw president van Irak willen maken.
De televisie biedt geen soelaas voor de Irakezen. De stroomvoorziening is afwezig of hapert. Zelfs wanneer er elektriciteit is dan nog zijn er geen uitzendingen. Het hoofdkwartier van de Iraakse televisie wordt dagelijks door werknemers bezocht die er in ledigheid over hun verdwenen inkomsten treuren.
Onderdirecteur Radas is er ook om zijn baan en zijn zender terug te eisen. Hij stelt dat de televisie in Irak helemaal niet „gepolitiseerd was” door het regime. Volgens hem is dat propaganda van de Amerikanen en Israëli’s. Hij vertegenwoordigt naar eigen zeggen de officiële televisie van Irak ook al is die uit de lucht. De Amerikanen werken aan hun eigen zenders op de luchthaven van Bagdad, hij heeft evenwel geen contact met hen gezocht.
Nieuws is er genoeg in de bezette stad, maar dat is net als elders geen noodzakelijke voorwaarde voor de verkoop van nieuwsberichten. Er is net een weekblad voor sportnieuws op de markt gekomen zonder dat er sportwedstrijden zijn. Het blad, al-Ittihad ar-Riyadhi, blikt uitvoerig vooruit op wedstrijden die zouden kunnen plaatsvinden, nu Irak geen internationale paria meer is. Op de voorpagina wordt de vraag gesteld of de Iraakse nationale voetbalploeg weer mee kan doen met de regionale Golf Cup in december. De vriendschappelijke wedstrijd tussen de voornaamste voetbalteams, Shorta en Zawra, ging afgelopen dinsdag wegens „de aanhoudende onveiligheid” niet door. Meer daarover volgende week in al-Ittihad ar-Riyadhi.