Toezien hoe een land verdwijnt
Een paar maanden lang bevond Egbert Jacobs zich in Oost-Duitsland in het centrum van het wereldgebeuren. Maar toen de DDR tot de West-Duitse republiek toetrad, was zijn stoel ineens overbodig en mocht hij het licht uitdoen.
Het is oktober 1989. Egbert Jacobs luistert in het Palast der Republik in Oost-Berlijn naar muziek en eet intussen een stukje. Samen met alle andere ambassadeurs viert hij het veertigjarig bestaan van de DDR.
Binnen is het genoeglijk. De muziek is goed –laat dat maar aan de Oost-Duitsers over– en het eten mag er ook zijn. Bovendien dineer je niet elke dag in het gezelschap van Sovjetleider Michail Gorbatsjov.
Af en toe blikt Jacobs naar de ramen. Doorlopend slingert het schijnsel van blauwe zwaailichten naar binnen. Er wordt gedemonstreerd – dat is duidelijk. Maar de genodigden bevinden zich ver van de vensters en niemand van de ambassadeurs durft naar buiten te kijken. Het zou onbeleefd zijn belangstelling te tonen voor de demonstranten. Zij betogen buiten immers tegen de regering die binnen zo’n heerlijk feestje aanbiedt. Zelfs de Amerikaanse ambassadeur bedwingt zich. Ook de Nederlandse gezant kent zijn plaats.
De laatste weken zijn er steeds meer demonstraties, vooral in Leipzig. Het is duidelijk dat er onder de bevolking groot ongenoegen bestaat tegen het beleid van de regering. Maar of het wat zal uithalen? De politie heeft blijkbaar besloten dat het geen kwaad kan, zolang het maar vreedzaam gebeurt.
”Gorbi, hilf uns”, klinkt gedempt door. Maar Gorbatsjov geeft geen krimp. Hij knikt beleefd tijdens de toespraak van de Oost-Duitse leider Erich Honecker en houdt zelf ook een praatje. Aan het eind van de avond verlaat Jacobs het gebouw. Hij kijkt om zich heen, maar er is niets meer te zien van de circa 7000 demonstranten. De straten zijn wel nat, terwijl het de hele dag niet heeft geregend. „Men had duidelijk met water gespoten.”
Zucht
Meer dan 21 jaar later vindt Jacobs –inmiddels gepensioneerd– in zijn fotoboek de uitnodiging voor het feestje terug. Het leek wel of die avond de wereld even op zijn kop werd gezet. „Voor het eerst in veertig jaar verwachtte het volk iets goeds uit Moskou. Dat wilde wel wat zeggen.”
Jacobs volgde de ontwikkelingen met grote belangstelling. Er gingen veel geruchten door het land. Een klein kringetje van ambassadeurs liep nogal eens bij elkaar binnen om het laatste nieuws te delen. In Leipzig groeide het aantal deelnemers aan de Montagsdemonstration wekelijks. „De spanning nam toe. Er ging een voelbare zucht van opluchting door het land toen duidelijk werd dat de politie de betogingen niet zou neerslaan. Dit eiste van de demonstranten natuurlijk ook de discipline om alles vreedzaam te houden en niet met stenen te gooien.”
Hij creëerde ook een klein netwerk onder de oppositie. Daaruit kreeg hij de indruk dat de oppositiekracht van de dissidenten te klein was. „Ik heb eens een middag gepraat met een van de leiders van Neues Forum. Toen bleek mij dat men alleen een agenda had op het gebied van mensenrechten. Van een vernieuwing van de socialistische economie had men geen benul. De Duitse eenheid was toen nog een taboe, dat pas vlak voor de val van de Muur is doorbroken.”
Handjevol
De Deutsche Demokratische Republik (DDR) was voor Nederland niet van groot strategisch belang. In de diplomatieke rangen telde het ambassadeurschap in het West-Duitse Bonn veel hoger. In Oost-Berlijn werkte ook maar een handjevol mensen. „Hooguit een man of acht, inclusief het baliepersoneel.”
Toch vond Jacobs het „fantastisch” toen hij hier begin 1989 werd benoemd. Hij wist dat het een spannende tijd zou worden. „Vroeg of laat moest er iets gebeuren. In Rusland, Polen en Hongarije had men al het nodige achter de rug. Oost-Duitsland zou vanzelf volgen.”
Bij zijn aankomst in Oost-Berlijn ging Jacobs op kennismakingsbezoek bij de bejaarde Russische ambassadeur. „Dat hoorde zo. Hij was zo’n beetje de onderkoning van de DDR”, meent Jacobs. „Via zijn tolk dicteerde hij me: Wilt u wel aan uw autoriteiten vertellen dat Moskou de DDR nooit opgeeft? Maar een halfjaar later was het zover.”
Ook op het moment van Jacobs’ bezoek aan de Russische vertegenwoordiger was vrijwel iedereen het er al over eens dat de Berlijnse Muur het geen tien jaar meer zou uithouden. Dat Oost-Duitsland echter al in het najaar van 1990 tot de Bondsrepubliek zou toetreden, verwachtte echter niemand. Jacobs: „Wie zegt dat hij dit heeft voorspeld, die liegt.”
Duidelijk is dat Gorbatsjov tijdens het DDR-jubileum al doorhad dat Oost-Duitsland geen stabiel land meer was. „Een groep journalisten vroeg hem op straat wat hij vond van Honecker. Die was namelijk duidelijk minder hervormingsgezind dan hij. Gorbatsjov heeft toen zoiets gezegd dat Honecker de boot zou missen. Een paar weken later was hij inderdaad weg.”
Mensenzee
Daarna is het in razende galop verdergegaan. Op de negende november van 1989 –deze maand 21 jaar geleden– keek ook de Nederlandse ambassadeur naar de persconferentie van Günter Schabowski, lid van het Politbureau van de regerende SED-partij.
„Toen hij had gezegd dat de reisvrijheid onmiddellijk zou ingaan, dacht ik: Ik ga maar eens vroeg naar bed en neem morgenochtend wel een kijkje in het centrum van Berlijn. Maar korte tijd later hoorde ik al vuurwerk en toen ben ik richting de stad gegaan. Op de golven van de mensenzee liet ik me naar de grensovergang Bornholmerstrasse bewegen. Daar ben ik tot vier uur in de nacht gebleven.”
Jacobs heeft er nog leedvermaak over hoeveel regeringen de betekenis van deze gebeurtenissen toen hebben onderschat. „De Nederlandse minister Van den Broek kwam de volgende dag met een nietszeggende verklaring. Eigenlijk begrepen alleen de Verenigde Staten direct wat dit betekende. Hun minister James Baker vond het prima. Als het verenigde Duitsland zich maar bij de NAVO zou aansluiten. Uiteindelijk heeft Moskou dat geslikt.”
Het was duidelijk dat de hele wereld het „remmend vermogen” van Moskou overschatte, meent Jacobs. „Later is gebleken dat de Sovjet-Unie al haar militairen in de DDR –ook die in het officiële Oost-Duitse leger waren geplaatst– de instructie had gegeven niets te doen aan de binnenlandse onlusten. Men liet de DDR gewoon vallen.”
Toeschouwer
Voor Jacobs brak een interessante tijd aan. De West-Duitse bondskanselier Helmut Kohl werd juichend onthaald. De oostelijke CDU haalde in maart 1990 een „knetterende overwinning”, wat de weg plaveide voor de hereniging van Oost en West. „De socialisten waren er niet in geslaagd de mensen bang te maken voor de komende ellenbogenmaatschappij.”
Het waren allemaal boeiende ontwikkelingen, maar de diplomaat Jacobs kon er totaal geen invloed op uitoefenen. „Ik was daarin gewoon toeschouwer. Twintig jaar later moet je zeggen dat de Duitse eenheid een groot succes is geworden. Zowel voor Duitsland als voor Europa.”
Toch was de Duitse eenheid niet direct voor iedereen vanzelfsprekend. „Voor Kerst 1989 zag je al de eerste terugslag in de euforie. De West-Duitsers hadden het al wel gezien met de Trabantrijders die niets kochten.”
Ook Nederland stond niet te juichen bij de Duitse eenwording. De botsing tussen premier Lubbers en kanselier Kohl is spreekwoordelijk geworden. Toch ging dit vrijwel geheel langs Jacobs heen.
Hij hoorde voor het eerst van Lubbers’ scepsis via het Oost-Duitse tv-programma Aktuelle Kamera. Dat meldde dat premier Lubbers voor studenten in Tilburg iets had gezegd over de onschendbaarheid van de grenzen in Europa, zoals vastgelegd in de Slotakte van Helsinki in 1975. „Na lang proberen kreeg ik eindelijk Lubbers’ buitenlandadviseur, Joop Merkelbach, aan de lijn. Die wist me te melden dat Lubbers er wel bij had gezegd dat de grenzen in onderling overleg natuurlijk konden worden gewijzigd. Maar nooit heeft iemand mij nog gevraagd om een toelichting op de uitspraken van Lubbers. De stem van de Nederlandse premier was blijkbaar niet relevant.”
Het was soms ook lastig wat hij wel en niet aan Den Haag moest rapporteren. „Men kende daar ook de grote ontwikkelingen uit de kranten. Dus beperkte ik me vaak tot wat ik hoorde uit privégesprekken met belangrijke mensen daar.”
Kwikbatterijen
De val van de Muur deed wel de Nederlandse belangstelling voor Oost-Duitsland groeien. „Voor de omwenteling heb ik maar één minister ontvangen, namelijk Nijpels van Milieu. Dat was al binnen een maand na mijn aankomst”, vertelt Jacobs, bladerend in zijn handgeschreven dagboek uit die tijd. „Met hem verbaasden we ons over de hoeveelheid kwikbatterijen die vanuit Nederland in de DDR werden gedumpt.”
Na de val van de Muur meldden zich spoedig andere ministers. Jacobs toont foto’s van het bezoek van de toenmalige minister van Financiën en vicepremier Kok en prins Claus. Ook Defensieminister Ter Beek meldde zich, om de DDR te bewegen tot NAVO-lidmaatschap. Premier Lubbers combineerde een privébezoek met een optreden bij de Oost-Duitse katholiekendag.
Ook in het economisch verkeer veranderde er veel. „Voorheen was er maar een beperkt aantal Nederlandse bedrijven dat de juiste contacten op de ministeries had. Bedrijven als Stork hebben veel aan de DDR weten te verdienen. Maar nu de handel zich van de staat naar de markt verschoof, wemelde het in het najaar 1990 ineens van Nederlanders op de Leipziger Messe.”