Horeca hoeft nog geen rookvrije werkplek te bieden
De horeca hoeft er volgend jaar nog niet voor te zorgen dat het personeel in een rookvrije omgeving kan werken. In andere bedrijven hebben werknemers per 1 januari 2004 wettelijk recht op een rookvrije werkplek.
Voorlopig kunnen bezoekers van cafés en restaurants dus nog blijven roken. Staatssecretaris Ross van Volksgezondheid maakte echter in een brief aan de Tweede Kamer wel duidelijk dat de uitzonderingspositie van de horeca tijdelijk is. Hoe lang de sector respijt krijgt, is nog niet duidelijk.
Koninklijk Horeca Nederland (KHN) is niet onverdeeld enthousiast. „We zijn niet ontevreden dat voor ons een uitzondering wordt gemaakt, maar voor hoelang? Veel klanten zullen thuisblijven als de horeca rookvrij wordt verklaard en dat zal tot faillissementen en ontslagen leiden”, aldus een woordvoerder. De brancheorganisatie heeft volgens de zegsman eind mei een overleg met de staatssecretaris.
Ook in enkele andere gevallen zullen mensen niet altijd in een rookvrije omgeving kunnen werken. Dat geldt voor werknemers die bij mensen thuis komen, zoals huishoudelijke hulpen of kraamhulpen. Voor hen geldt voorlopig voor een jaar het recht op een rookvrije werkplek nog niet. Na een jaar volgt een evaluatie.
De overheid wil ook de hele sportsector, inclusief sportkantines, rookvrij maken. Voor binnensportaccommodaties die worden beheerd door de overheid of door gesubsidieerde instellingen, geldt al een rookverbod sinds 1990. Het verbod geldt voor het hele sportcomplex, inclusief de kantine, ook als die is uitbesteed aan een commerciële exploitant. Sinds november wordt hierop strenger gecontroleerd, aldus een woordvoerder van het ministerie van VWS.
Het is de bedoeling dat ook de overige sportaccommodaties, waaronder de buitensport, rookvrij worden. Zij krijgen nog de tijd zelf met maatregelen hiervoor te komen.