„Dat kost de industrie tientallen miljarden euro’s en een groot aantal proefdieren gedurende vele jaren om alle tests op te doen”, concludeert directeur P. Noordervliet namens de vereniging van chemische bedrijven (VNCI). Overheid en industrie in Frankrijk schatten in een gezamenlijk onderzoek de kosten alleen al voor de Franse industrie op tussen de 29 en 54 miljard. „Wij pleiten voor een quickscan om knelpunten aan te pakken. Dat is sneller en goedkoper”, aldus Noordervliet.

Sinds 1981 moet de chemische industrie voor alle nieuwe stoffen een rapport overleggen. De meeste samenstellingen die in omloop zijn stammen echter van voor die tijd. De nieuwe richtlijn geldt voor alle denkbare chemicaliën, van shampoo tot insecticide.

Het streven van de EU om alle stoffen in kaart te brengen komt voort uit de behoefte de risico’s tot nul te beperken. „Maar dat lukt nooit. Je kunt niet door regelgeving alle risico’s buitensluiten”, stelt Noordervliet. Hij wijst erop dat in Nederland tussen overheid en industrie overeenstemming bestaat over de quickscan.

Overigens hoopt Noordervliet dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen. „De 1200 voorstellen van de commissie moeten door de industrie van commentaar worden voorzien. Dan komen ze tenslotte bij het parlement, ik verwacht na de verkiezingen. De samenstelling van de Europese volksvertegenwoordiging is dan geheel veranderd door de komst van de nieuwe lidstaten. En tegen de tijd dat er een besluit moet vallen, is Nederland voorzitter van de Europese Commissie en Nederland is voorstander van de quickscan”, luidt zijn droomscenario.