Volgens de Brit kan een „langdurige nationale epidemie” onder meer in Afrika uitbreken, omdat landen niet de middelen hebben de verspreiding van SARS te stoppen. Hij zegt zich weinig zorgen te maken over de longziekte in landen zoals China. „Ik maak me zorgen over de arme landen”, aldus Dixon, aangezien daar weinig dokters en voorzieningen zijn.

SARS is tot nu toe in 27 landen opgedoken. Alleen in China zijn al ruim tweehonderd mensen aan het virus gestorven. In Afrika is nog maar één geval van SARS gemeld. Een 62-jarige Zuid-Afrikaanse zakenman overleed eind april in Pretoria, maar de autoriteiten meldden later dat de dood van de man het gevolg was van een hartstilstand.

Terwijl landen als Canada, China, Singapore en Vietnam de noodzakelijke maatregelen tegen de ziekte nemen, hebben arme landen weinig opties, waarschuwde Dixon voor een gehoor bestaande uit gezondheidsfunctionarissen. „Veel landen hebben noch de technische capaciteit van Toronto noch de macht van de regering van China”, zei hij.

Terwijl aids hard heeft toegeslagen in sommige Afrikaanse landen, kan SARS zich mogelijk nog sneller verspreiden. Dixon denkt daarbij aan een verdubbeling van het aantal gevallen iedere drie weken. Om SARS te bestrijden, moeten mensen die in contact zijn gekomen met SARS-slachtoffers in quarantaine worden geplaatst. Dit kan voor regeringen een onmogelijk taak worden, meent Dixon.

Zolang de ziekte beperkt blijft tot een paar landen, bestaat volgens hem de kans het virus te elimineren. SARS zou echter een ernstige bedreiging voor de wereldgezondheid kunnen gaan vormen als het zich in de armste landen weet te nestelen.