Notities van Wim Zaal
Titel:
”Zestig jaar in de beschaving”
Auteur: Wim Zaal
Uitgeverij: Aspekt, Soesterberg, 2002
ISBN 90 5911 085 04
Pagina’s: 175
Prijs: € 16,98. Wie veel meemaakt, heeft veel te vertellen. De literair journalist en schrijver Wim Zaal moet dit op zichzelf van toepassing hebben geacht. Anders zou hij zijn notities, die hij vanaf 1944 heeft gemaakt, niet hebben omgewerkt tot een boek met de veelbelovende titel ”Zestig jaar in de beschaving”. In deze memoires doet Zaal verslag van zijn belevenissen van zijn jeugd tot nu.
De verteltrant van Zaal is luchtig; hij biedt dan ook geen diepgaande analyses van zijn geschiedenis. Hij geeft wel een anekdotisch verslag van zijn persoonlijk leven en zijn carrière. Zijn leven begon net voor de oorlog in Amsterdam. In deze stad maakte Wim Zaal de hongerwinter mee en hij herinnert zich levendig hoe zijn moeder moeite moest doen om de eindjes aan elkaar te knopen.
Aan zijn rooms-katholieke opvoeding bewaart Zaal weinig goede herinneringen. Zo vertelt hij dat zijn leraar, broeder Maternus, hem altijd bespottelijk maakte in de klas. Met enig cynisme beschrijft hij zijn schoolloopbaan, zijn spijbelen om naar een helderziende te gaan kijken en zijn brieven naar Rome om Italianen aan te sporen op de katholieke partij te stemmen. Toch beweert Zaal dat hij nooit een hekel heeft gehad aan school, met uitzondering van een enkel (exact) vak. In het hoofdstuk over het Ignatiuscollege kan de lezer ontdekken waarom Zaal zich niet thuis voelde in de strengkatholieke leefwereld. De wereld leek lief, maar was niet meer dan een „staalconstructie van redenaties, regels en verkillende verplichtingen.” Het mystieke aspect werd totaal verwaarloosd.
Na zijn schooltijd, diensttijd en een reis naar Italië kwam Zaal bij de Revue, een strengkatholiek blad, terecht. Daar leerde hij de kneepjes van het journalistieke vak en maakte hij zijn beginnersblunders. Zo meende hij dat in 1958 De Gaulle de macht niet zou aanvaarden omdat de steun voor hem niet zo groot was als hij van tevoren had geëist. Dat De Gaulle deze eis direct zou vergeten, kwam niet bij Zaal op…
De ervaring die Zaal hier had opgedaan, bleek genoeg om in de redactie van andere bladen te komen. De namen van deze bladen zijn allang vergeten en niemand zou er meer aan denken als Zaal er niet over was begonnen. Alleen Elsevier is daarop een uitzondering, maar helaas wijdt Zaal hier weinig pagina’s aan. Over dit blad moet toch wel meer te vertellen zijn dan dat Zaal zijn ontslag ongedaan kon maken door water voor de hoofdredacteur te halen. De passages over zijn contacten met schrijvers zijn wel heel aardig. Ze laten ons het functioneren van de schrijverswereld zien en maken duidelijk dat het voor de schrijvers in de marge en zij die net beginnen niet gemakkelijk is zich een plaatsje in de gevestigde orde te verwerven.
Het boekje is vlot geschreven, maar helaas staat er weinig in dat belangwekkend is. Of het moeten de verhalen van Zaal over zijn homoseksuele geaardheid zijn en zijn relaties met mannen. Wat mij betreft kunnen deze persoonlijke bekentenissen, ook al is Zaal nergens vulgair, het boek geen meerwaarde geven. Ik denk ook niet dat RD-lezers deze verhalen interessant vinden.