Familieleden van de vermiste mijnwerkers hebben zich kort na de ontploffing verzameld bij de Pike River-mijn, die ligt bij de plaats Greymouth in het noordwesten van het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Volgens de directeur van de mijn zijn de omstandigheden in de mijn zeer veilig en is er dus hoop dat de kompels nog in leven zijn.

„Elke mijnwerker draagt te allen tijde een veiligheidsset, waaronder een zuurstofmasker”, aldus directeur Peter Whittall. Daarnaast zijn de mannen getraind om bij problemen naar een veilige ruimte te vluchten. De burgemeester van Greymouth, Tony Kokshoorn, heeft tegen Radio New Zealand gezegd dat de situatie „zeer ernstig” is.

De explosie had plaats aan het eind van de middag (lokale tijd). Het is onduidelijk waardoor de ontploffing is ontstaan. Twee medewerkers wisten uit de mijn te komen. Zij zijn met lichte verwondingen naar het ziekenhuis gebracht. Volgens hen waren drie anderen ten tijde van de explosie op weg naar de oppervlakte.

De Pike River-mijn is gloednieuw en begon pas dit jaar met de productie van kolen. De afgelegen mijn bestaat uit horizontale tunnels in de zijkant van een heuvel. Het bedrijf heeft circa 150 werknemers in dienst.

Mijnrampen zijn zeldzaam in Nieuw-Zeeland. De meest recente ramp was in 1967, ook in de buurt van Greymouth. Negentien mijnwerkers kwamen toen om door een explosie. Ook de dodelijkste ramp die de Nieuw-Zeelandse mijnbouw ooit trof, gebeurde in die regio: in 1896 vielen 65 doden door een gasexplosie in de Brunner-mijn. Een ontploffing in 1879 in het uiterste zuiden van het land, bij de plaats Kaitangata, kostte aan 34 mensen het leven.