„Kwaliteitsslag zorgboerderij is nodig én mogelijk”
Zorgboerderijen uit de sfeer van goedbedoeld vrijwilligerswerk halen en professionaliseren. Dat is het streven van Bart Jan Krouwel, voorzitter van de Stichting Verenigde Zorgboeren. Het verschijnsel zorgboerderij heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. „Er zijn er op dit moment ruim 900, met een grote diversiteit aan cliënten en hulpverlening.”
Krouwel is daar blij mee, maar wijst op het gevaar van wildgroei. „Het is hard nodig dat zorgboerderijen een kwaliteitsslag maken. Helaas komen er soms negatieve incidenten in het nieuws. De sector is gebaat bij strengere eisen. Als landelijke vereniging werken we daarom aan verbetering van het bestaande kwaliteitskeurmerk.”
De enorme groei van het aantal zorgboerderijen kan Krouwel wel verklaren. „Voor boeren is het verlenen van zorg aan cliënten een welkome compensatie voor hun teruglopende bedrijfsinkomsten. Daar komt bij dat de boerderij een ideale omgeving is voor mensen die rust nodig hebben.”
Ook de diversiteit in cliënten is toegenomen. „Dertig jaar geleden ging het om mensen met een psychisch gezondheidsprobleem. Tegenwoordig kom je ook verslaafden, probleemjongeren, al dan niet werkeloos, en demente bejaarden tegen op de zorgboerderij.”
Krouwel is ervan overtuigd dat de zorgboeren de kwaliteitsslag kunnen en willen maken. „Als ik op zorgboerderijen kom, word ik getroffen door de enorme betrokkenheid waarmee het werk wordt gedaan.”
Hij vindt wel dat het begrip zorgboerderij aan „verwatering” lijdt. „Je mag op z’n minst een landbouwachtige setting verwachten, maar die is soms ver te zoeken. Dat heeft onder andere te maken met het feit dat nogal eens idealistische bedrijfsmanagers een boerderij kopen en door een familielid of kennis zorg laten verlenen. Soms heeft die aanpak weinig meer met de klassieke zorgboerderij te maken.”
Krouwel waarschuwt voor overspannen verwachtingen. „Het concept is geen oplossing voor alle problemen.” Hij pleit voor een nauwkeurige afstemming tussen vraag en aanbod. „Het heeft geen zin om in één regio allemaal zorgboerderijen voor hetzelfde type cliënt te starten. Als landelijke koepel willen wij de verantwoordelijkheid hiervoor zo veel mogelijk bij de regionale organisaties neerleggen.”
Over de gewenste verblijfsduur van cliënten zegt Krouwel: „Het streven moet altijd zijn dat mensen toegroeien naar een normale positie in de samenleving. Dat geldt zeker voor jongeren.” Hij vindt het gewenst dat er op korte termijn „een goede maatschappelijke kosten-batenanalyse” van het fenomeen komt. „De zorgboerderij is naar verwachting goedkoper dan andersoortige hulpverlening aan dezelfde doelgroep, maar dat mag niet ten koste gaan van de kwaliteit.”
Dit is het laatste artikel in een serie over zorgboerderijen.