Commentaar: Dankbaar om aanscherping Winkeltijdenwet
Het heeft even geduurd, maar gisteravond werd in de Eerste Kamer dan toch het wetsvoorstel behandeld dat de wildgroei aan koopzondagen moet afremmen. De zinsnede uit het coalitieakkoord, dat CDA, PvdA en ChristenUnie begin 2007 bereikten, om het „oneigenlijke gebruik van de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet” tegen te gaan, heeft daarmee maar liefst drie jaar en tien maanden nodig gehad om tot wasdom te komen.
Daarbovenop krijgen gemeenten nu nog eens een vol jaar de tijd om zich op de wetswijziging voor te bereiden. Pas vanaf 2012 zullen ze zorgvuldiger moeten omgaan met besluiten om in toeristische gebieden jaarlijks meer koopzondagen toe te staan dan de maximaal twaalf die de wet er normaal gesproken toestaat.
Het is duidelijk dat de aanpassing van de Winkeltijdenwet niet de schoonheidsprijs verdient. Zo schoof voormalig CDA-minister Van der Hoeven (Economische Zaken) het dossier voortdurend als een hete aardappel over haar bord, liet de CU dat te lang over haar kant gaan en was de PvdA er na de val van het kabinet-Balkenende IV als de kippen bij om zich van de overeenkomst te distantiëren.
En dat terwijl de wetswijziging nu niet bepaald grote wissels zal omzetten. In tegenstelling tot wat met name werkgeversorganisaties, de Consumentenbond en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) willen laten geloven, is het nog maar de vraag of de wetsaanscherping daadwerkelijk tot minder koopzondagen zal leiden.
Gemeenten zullen hun „substantiële” toeristische aantrekkingskracht weliswaar specifieker dan nu moeten omschrijven en bij hun besluit over extra koopzondagen tevens de belangen dienen te betrekken van onder meer zondagsrust, openbare orde en –met dank aan SP en SGP– die van kleine ondernemers en winkelpersoneel, uiteindelijk is er niemand die hun afweging vooraf toetst. Als slagers die hun eigen vlees keuren, kunnen gemeentebesturen daarmee autonoom blijven bepalen of zij hun grondgebied voldoende toeristisch achten om extra zondagsopening toe te staan.
Burgers of ondernemers die het hiermee niet eens zijn, dienen zelf naar de rechter te stappen. Dat dit voortaan de bestuursrechter is van het College van Beroep voor het bedrijfsleven is misschien nog wel de grootste winst van het nieuwe wetsvoorstel. Het lijkt erop dat civielrechterlijke uitspraken zoals eerder dit jaar over het Rotterdamse winkelcentrum Alexandrium en Amsterdam-Noord, waarbij gemeenteraden werden teruggefloten wegens gebrek aan toeristische aantrekkingskracht maar winkeliers desondanks hun deuren op zondag mochten blijven openen, tot het verleden behoren.
Daarnaast mag het gerust bijzonder worden genoemd dat in de huidige tijd van vrijheid, blijheid en de voortgaande marginalisering van de christelijke politiek er nog überhaupt een soort van rem blijft bestaan op de uitbreiding van commerciële activiteiten op de dag des Heeren. Wie bedenkt dat een groeiend gedeelte van de samenleving en –inmiddels– een meerderheid in de politiek het liefst vergaande stappen wil zetten richting méér koopzondagen, beseft dat het huidige stapje terug, hoe bescheiden ook, reden is tot dankbaarheid.