Hij stak de ene joint met de andere aan. Politieman Sander V. (27) uit Dordrecht, die heeft bekend dat hij zijn 12-jarige buurmeisje Milly Boele heeft omgebracht, rookte volop cannabis. Tientallen stickies per dag. De man zegt dat hij zo zijn problemen wilde vergeten, zo bleek vorige week tijdens de rechtszaak.

Gedragskundigen sluiten niet uit dat zijn overvloedige cannabisgebruik „drempelverlagend” was voor zijn gewelddadige misdaad. Tegelijk stellen ze dat cannabis „geen middel is waardoor men makkelijker tot agressieve daden komt.”

Hoe schadelijk is cannabis, verkrijgbaar bij bijvoorbeeld coffeeshops in Nederland? „Het is bepaald geen onschuldig genotsmiddel”, zegt Frans Koopmans, verslavingsdeskundige bij De Hoop, een christelijke ggz-instelling in Dordrecht. „Toen wij dat in de jaren 80 al zeiden, werden we wat scheef aangekeken. Onze negatieve kijk op cannabis werd in verband gebracht met een puriteinse kijk op het leven. Nu is langzamerhand het besef doorgedrongen dat cannabis een gevaarlijker genotsmiddel is dan eerst werd aangenomen.”

Cannabis, die in Nederland als softdrugs wordt beschouwd, is een „dempend en hallucinogeen” middel, zegt Koopmans. „De meesten worden er rustig van. Sommigen gebruiken cannabis bijvoorbeeld om in slaap te komen.”

Dat het roken van tientallen joints per dag drempelverlagend kan zijn voor agressief gedrag, zou Koopmans niet verbazen. „Maar het is wel lastig om een direct verband te leggen tussen cannabisgebruik en agressie. Van belang is namelijk niet alleen het cannabisgebruik, maar ook het mogelijk gebruik van andere middelen, het karakter van de persoon zelf en de omgeving waarin hij verkeert. Ook kan genetische aanleg een rol spelen. Als iemand bijvoorbeeld in de moederschoot al in aanraking komt met drugs of alcohol kan zo’n persoon daar in de puberteit gevoeliger voor zijn.”

Dat cannabis als softdrug te boek staat, betekent allerminst dat het wel meevalt met de schadelijkheid van het spul, benadrukt Koopmans. „Het onderscheid tussen soft- en harddrugs vind ik niet zo relevant. In de jaren 70 bedroeg het THC-gehalte, het bestanddeel van de werkzame stof in cannabis, zo’n 3 procent. Nu is dat zo’n 18 procent. Cannabis leidt tot steeds meer geestelijke problemen. THC zou kunnen leiden tot psychoses en andere psychiatrische stoornissen. Daarentegen zou het bestanddeel cannabidiol in cannabis het psychose-effect van THC kunnen blokkeren.”

Uit steeds meer onderzoeken blijkt dat cannabis schadelijk is voor hersens, stelt Koopmans, sinds 23 jaar werkzaam bij De Hoop. „Recent onderzoek lijkt erop te duiden dat cannabisgebruik zelfs ernstige psychiatrische stoornissen kan veroorzaken. Het leidt er bijvoorbeeld toe dat er een vorm van depersonalisatie optreedt. Mensen zijn zichzelf niet meer, raken de weg kwijt. De drug vergroot het risico op het ontstaan van schizofrenie bij degenen die daar aanleg voor hebben, zeker als je al op jonge leeftijd begint met drugs. Het aantal schizofreniepatiënten dat cannabis gebruikt, is vele malen hoger dan het percentage van de reguliere bevolking dat het middel gebruikt. Schizofreniepatiënten gebruiken cannabis om symptomen van hun aandoening te bestrijden, maar cannabisgebruik heeft juist een negatieve invloed op het verloop ervan en leidt vaker tot terugval.”

Bij De Hoop ziet Koopmans steeds meer cannabisverslaafden binnenkomen. „Ze kampen met ernstige problemen. Ze zijn vaak in zichzelf gekeerd. Door hun cannabisgebruik hebben ze jarenlang een roze bril op gehad. Als die afgaat, merken ze hoeveel problemen ze hebben veroorzaakt, bijvoorbeeld jegens hun familie.”

Zeker jongeren wil hij cannabisgebruik afraden. „Bij het roken van cannabis komen kankerverwekkende stoffen vrij. Cannabis leidt tot aantasting van het kortetermijngeheugen.”