Gevangenenzorg: Vergeving voor een blauwe gemeente
„Gods zegen voor u, broeder”, zegt een gevangene met een oprechte blik. We zitten in ‘de tent’ van Hazard, de gevangenis van Nieuw-Nickerie. Deze Surinaamse stad MET ruim 10.000 inwoners is de grootste na Paramaribo en grenst in het westen aan Brits-Guyana.
De naam houdt de herinnering levend aan een suikerplantage. Nu werken hier slaven van criminaliteit aan hun terugkeer in de samenleving. Zo bewerken ze dagelijks het land en melken ze koeien.
Vanmiddag is er de wekelijkse kerkdienst. Zo’n twintig in blauw geklede gevangenen zitten in de tent, een kleine overdekte binnenplaats te midden van de 42 cellen die gesitueerd zijn in een hoefijzervorm. „We zijn hier met elkaar om de Heere te prijzen”, zingen ze in het Surinaams. Na een tweede lied spreekt een van de gevangenen een eenvoudig gebed uit.
Als Willem den Hertog aangeeft dat hij wil spreken over „de laatste rechtszaak” en zal lezen uit 2 Korinthe 5, openen alle gevangenen hun Bijbel. Het thema pakt de gevangenen. Iedereen zit hier omdat hij veroordeeld is.
„We zijn allemaal veroordeeld”, zegt Den Hertog, „al bij de eerste rechtszaak in het paradijs. Waar of niet?” „Amen”, zegt de blauwe gemeente.
Na de dienst is er nog tijd voor vragen. Een gevangene op de voorste rij vraagt zich met tranen in de ogen af of er nog vergeving voor hem mogelijk is. „Ik word iedere nacht gepijnigd in mijn cel”, zegt hij. „Hoe kom ik van mijn schuld af? Ik heb iemand vermoord!” Vrije genade om Jezus’ wil –waarover Den Hertog vervolgens spreekt– is voor deze gevangene een niet te geloven iets.
Loyd Morsen (53) getuigt er rijkelijk van. Sinds vijf jaar is hij clean, na 35 jaar slaaf van de drugs geweest te zijn. Begin dit jaar heeft hij dankzij steun van Stichting Rentmeester een opvanghuis kunnen openen waar ook gevangenen na detentie welkom zijn.
Elke week doet Morsen Bijbelstudie in Hazard. ’s Avonds bezoeken we ‘zijn’ huis en maken kennis met zijn bestuur.
Denny is secretaris en is sinds 21 juli vrij man, na dertig maanden Hazard. Hij werkt op de veerboot naar Brits-Guyana, maar daarna is hij te vinden in het opvanghuis. Hij heeft in de gevangenis God leren kennen en wil dat anderen Hem ook gaan vinden.
Het werk van Loyd en Denny is nog pril en heeft behoefte aan organisatorische inbedding. Dat beseffen ze zelf als geen ander. „Vorige week hebben we besloten om even geen nieuwe mensen op te vangen, maar eerst te evalueren. We hebben jouw expertise nodig, broeder.”
Natuurlijk sputter ik eerst tegen. Betrokkenheid is gratis, maar niet goedkoop. In mijn adviesrol binnen Prison Fellowship International zijn er wel eens wat paarlen voor de zwijnen terechtgekomen. Maar deze broeders zijn het waard.
Criminaliteit heeft niet het laatste woord, geweldig toch!
Mr. Hans Barendrecht, directeur van Gevangenenzorg Nederland, legt samen met Willem den Hertog, voorzitter van Stichting Rentmeester, een werkbezoek af aan Curaçao, Bonaire en Suriname. Hij doet verslag in deze krant.