Alle mensen in de wereld hebben God als Opperheer. Daarom zal iedereen, christen, moslim of heiden, rekenschap moeten geven van zijn rentmeesterschap. Twee rekendagen zijn er die God met Zijn rentmeesters zal houden. De eerste in dit leven, de tweede na de dood.In dit leven doet Hij dat door Zijn Woord. Petrus vorderde rekenschap van die 3000 zielen over het kruisigen van Christus. God roept de mens tot rekenschap door de roede en straft de mens om hem tot het gehoor van Zijn stem te brengen. God roept u tot rekenschap in dit leven, opdat u die zware rekenschap na dezen zoudt ontgaan. Dus roept God de mensen in dit leven tot rekenschap, soms door predikaties, soms door oordelen of verschrikkingen.

Als dit alles in dit leven niets vermag, heeft God nog een andere rekening na dit leven. Dan zal Gods rechtvaardigheid volkomen geopenbaard en de ongerechtigheid ten volle bestraft worden. Nu is dit alles nog in de wereld verborgen tot de dag dat Gods gericht komt, waarin het verborgene zal geopenbaard worden. Dan zullen de goddelozen ten volle gestraft worden, naar ziel en lichaam. Het lichaam was immers het werktuig van de ziel geweest in het zondigen.

Gedenk dan steeds wanneer de zonde tot u komt: O ziel, geef rekenschap van uw rentmeesterschap.

Simeon Ashe, predikant te Londen

(Ruyters Fael Paerd, 1662)