Politiek

Snelle leerling

„Ik heb mijn patiënten en collega’s achtergelaten, juist om hun stem hier te laten horen.” Zo begon de kersverse staats­secretaris voor Volksgezondheid Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (57) haar eerste speech, dinsdag, tijdens het plenaire debat over de begroting van haar departement voor 2011.

Gerard Vroegindeweij en Jakko Gunst
15 November 2010 11:22Gewijzigd op 14 November 2020 12:31

Dat het niet eenvoudig is om zonder enige politieke ervaring een begroting te verdedigen, werd in de loop van het debat al snel duidelijk. Veldhuijzen was nerveus en moest van tijd tot tijd in haar paperassen terugzoeken wat ze nu precies had gezegd.

Rond de jeugdzorg ging het mis. Op de vraag van PVV-Kamerlid Dille of zij bereid was een meldplicht voor kindermishandeling in te voeren, antwoordde Veldhuijzen dat haar dat goed in de oren klonk. Daarmee liep zij fors op de zaken vooruit, omdat er, na heel veel gebakkelei, op 1 januari niet een meldplicht, maar een meldcode wordt ingevoerd. In een tweede termijn moest Veldhuijzen dan ook bakzeil halen. Ik ga beide opties bestuderen en beslis later wat het wordt, heette het toen.

Het kwaad was echter al geschied: PVV en VVD interpreteerden haar eerste reactie als een toezegging voor een meldplicht. Om de staatssecretaris daar aan te houden, dienden zij een motie in.

Goede raad was duur, maar de staatssecretaris bleek een snelle leerling. Als een volleerd bewindspersoon verzocht ze de Kamer de motie aan te houden tot ze de tijd had gehad om de ins en outs van een meldplicht voldoende uit te zoeken. „Ik wil het debat hierover niet politiseren, dat zou zonde zijn”, was haar argument.


Cynisch (I)

„Ik deed het partijvoorzitterschap met ongelooflijk veel plezier, maar er komt een tijd –zeker als je een daagje ouder wordt– dat je een stapje terug moet doen.”

Liberalen houden wel van een geintje en daarom moesten de 1500 aanwezigen op de VVD-ledenvergadering zaterdag in Arnhem hartelijk lachen om deze opmerking van de 66-jarige minister voor Veiligheid 
en Justitie, Opstelten, waarin hij terugblikte op de periode tussen mei 2008 en oktober 2010 dat hij VVD-partijvoorzitter was. Op 14 oktober moest hij deze functie neerleggen omdat hij werd beëdigd als minister.

Minder waardering was er voor de –overigens zeer gedreven– waarnemend partijvoorzitter, Mark Verheijen, die daar direct heel cynisch aan toevoegde: „We weten nu ook wie het echte werk op het departement doet, namelijk Fred Teeven (de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en partijgenoot van Opstelten, GV). Want waarom zou het op het departement anders gaan dan in het partijbestuur?”

Vervolgens kreeg de penningmeester van de VVD, Mart van de Ven, een gevoelige tik op de vingers. Nadat Van de Ven de zorgelijke situatie van de partijfinanciën had toegelicht, voegde Verheijen hem toe: „We liepen net vijf minuten voor op het programma en dat zijn we nu weer kwijt.”


Cynisch (II)

Verheijen mepte ook vrolijk los op de voorzitter van de JOVD, de jongerenclub van de VVD, Martijn Jonk. Voor het eerst in de geschiedenis mocht een JOVD-voorzitter een grote landelijke bijeenkomst van de VVD toespreken. Verheijen kon het niet laten om te zinspelen op zijn relatief jonge leeftijd als VVD-hoofdbestuurslid (34) en de relatief hoge leeftijd van de JOVD-voorzitter (27). „Nog nooit was er zo’n gering verschil in leeftijd tussen de VVD-voorzitter en de JOVD-voorzitter”, zo begon Verheijen voorzichtig.

Jonk haakte handig in op de prikkelende uitlating van Verheijen door te wijzen op zijn weelderige haardos en de kalende kruin van de waarnemend partijvoorzitter, die in het dagelijks leven wethouder en locoburgemeester van Venlo is. „Als je bij de JOVD bent, is dat in ieder geval beter voor je haargrens”, aldus Jonk.

Dat kon Verheijen natuurlijk niet op zich laten zitten. Toen Jonk klaar was met zijn toespraak repliceerde hij door te wijzen op zijn eigen slanke postuur en de iets gezettere Jonk: „Hard werken kan dan wel slechter zijn voor de haargrens, maar het is wel beter voor de lijn.”

Toen de zaal daarover wat morde, voegde Verheijen er als excuses aan toe: „Ik heb er ook een kwartier over na kunnen denken.”

Jonk kon er wel over lachen, zo zei hij vanmorgen desgevraagd. „Hij had mij te pakken en ik hem en daarna hij mij. Maar ik heb al via sms laten weten dat ik zin op wraak. Ik voorspel dat dit pesterijtje nog lang kan duren, want Verheijen wil het laatste woord. En ik ook.”

Sprookje

Liberalen zijn er altijd voor te vinden om de socialisten te plagen. Tijdens de verkiezingscampagnes is dat schering en inslag. Opmerkelijk is dat daar tijdens de algemene ledenvergadering van de VVD, zaterdag in Arnhem, niet veel van terechtkwam. Ongetwijfeld een bewuste keuze, want het minderheidskabinet van VVD en CDA kan de steun van de PvdA op sommige dossiers nog wel eens hard nodig hebben.

Alleen de lijsttrekker van de liberalen bij de Eerste Kamer, Hermans, veroorloofde zich een antisocialistengrap. Hij sloot zijn speech met de woorden: „Een man vraagt in de boekhandel waar hij het boek ”Het kabinet-Cohen I” kan vinden. Antwoordt de boekhandelaar: „Op de tweede verdieping bij de afdeling sprookjes.””


Agenda

De Tweede Kamer behandelt deze week de begroting van het ministerie van Algemene Zaken en het belastingplan. Voor Algemene Zaken is het grootste deel van de woensdag gereserveerd en voor het belastingplan de dinsdagmiddag en de woensdagavond.


Uitspraak van de week

„De VVD heeft ook gedoe gehad. En ik vond het toen heerlijk dat niet iedereen z’n plasje erover deed.”

Minister Schippers van Volksgezondheid wil geen commentaar geven op het in opspraak geraakte PVV-Kamerlid Lucassen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer