Het gezin moet een veilige haven zijn
Tegenover de onbelemmerde zelfontplooiing en zelfverwerkelijking stelt de Bijbel de zelfverloochening, betoogt dr. P. de Vries
in een bijdrage over man, vrouw en gezin. Wie God liefheeft, wandelt naar Gods geboden. Het wandelen naar Gods geboden heeft niet in de laatste plaats te maken met drie zaken die onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn: het huwelijk, het gezin en de roeping van het moederschap.
Gezin
Het gezin is de kleinste cel van de samenleving. Het gezin behoort een kweekplaats van godzaligheid te zijn. Bekend is dat de eerste christenen indruk op hun omgeving maakten door hun huwelijks- en gezinsleven. In de antieke samenleving, waarin trouw in het huwelijk een zeer spaarzaam artikel was, vielen de christenen op. Kuisheid en trouw stonden bij hen zeer hoog aangeschreven. Zij beleden dat niet alleen, maar leefden er ook naar.
Evenals de antieke cultuur wordt ook de onze gekenmerkt door seksuele losbandigheid. Met de geperfectioneerde voorbehoedsmiddelen is er nu nog veel meer mogelijk dan toen. De drempels zijn veel lager geworden. Wij kijken niet meer op van vrijblijvende seksuele contacten, samenwonen, overspel, echtscheiding. Al deze zaken zijn helemaal ingeburgerd.
Maar dat wil niet zeggen dat wij eraan mogen wennen. Het is erg genoeg dat vele christenen hierin ook geen voorbeeld geven. Het huwelijks- en gezinsleven zoals de Bijbel ons dat voorhoudt, is niet vanzelfsprekend meer. Zeker hier moeten wij tegen de stroom van de tijd ingaan. In het klassieke huwelijksformulier wordt van de man gevraagd dat hij naar zijn vermogen zijn vrouw verstandig zal leiden, troosten en beschermen. De vrouw wordt voorgehouden dat zij haar man moet liefhebben, eren en vrezen én hem ook in alle dingen die recht en billijk zijn, gehoorzamen.
Praktijk
Dit alles staat heel ver af van de emancipatiegedachte die in onze tijd zo zeer gepropageerd wordt. Tegenover de onbelemmerde zelfontplooiing en zelfverwerkelijking stelt de Bijbel de zelfverloochening. Daartoe is in het huwelijk zowel de man als de vrouw geroepen. Geven zij daaraan ziende op Christus gestalte, dan wordt in het huwelijk de praktijk der godzaligheid beoefend.
Het is God Die de baarmoeder opent en sluit. Niet elk huwelijk wordt met de kinderzegen bekroond. In het gebed dat wij vinden in het klassieke huwelijksformulier, wordt gesproken over de kinderen „die het U belieft hun te geven.” Wel moeten wij stellen dat een christelijk huwelijk van meet af aan de bereidheid insluit kinderen te ontvangen. Wij mogen huwelijk en kinderzegen niet van elkaar losmaken.
Hoe belangrijk is het vervolgens dat het gezin voor de kinderen die ertoe mogen behoren een veilige haven is. Hoeveel jonge mensen zijn van de kerk vervreemd omdat zij met hun vragen thuis niet terechtkonden, omdat het gezin geen echt thuis was. Niet minder waar is: Hoeveel jonge mensen zijn bij de kerk bewaard omdat zij in hun ouderlijk huis de kracht van het christelijk geloof van nabij zagen. Vader en moeder leefden uit wat zij beleden. Hun kinderen wisten dat zij hen dagelijks in het gebed aan de Heere opdroegen.
In onze zozeer geseculariseerde tijd is de waarde van een christelijk gezinsleven nog veel groter dan voorheen. Overal worden wij met zaken geconfronteerd die strijdig zijn met God en Zijn Woord. Op straat, in winkels, op het werk en in veel gevallen ook op school. Voor de een geldt dat in veel sterkere mate dan voor de ander. De situatie van de een is in vergelijking met die van de ander nog sterk beschermd te noemen. Dat neemt niet weg dat wij allemaal ervaren dat wij in een geseculariseerde samenleving leven.
Stempel
Wat is het dan belangrijk dat het gezinsleven door de vreze des Heeren gestempeld wordt; dat er thuis iets wezenlijk anders gesteld wordt tegenover al datgene wat ons vanuit onze geseculariseerde samenleving aangereikt wordt. Allereerst is dat een zaak van de gezindheid van het hart. Dat er van de ouders iets uitstraalt naar de kinderen toe.
Onlosmakelijk verbonden met het bijbelse getuigenis over huwelijk en gezin is de plaats die volgens de Schrift aan de vrouw toekomt. De botsing tussen de geest van de tijd en het christelijk geloof voltrekt zich met name op deze punten. De emancipatie van de vrouw staat in onze tijd hoog genoteerd. Men wil af van de traditionele rolverdeling tussen man en vrouw, waarbij de taak van de vrouw allereerst in het gezin ligt. Volgens de feministische beweging kan de vrouw alleen tot haar recht komen als de sociale en maatschappelijke verschillen tussen man en vrouw volledig opgeheven worden. De vrouw moet van de heerschappij van de man bevrijd worden. Van het bijbelse getuigenis dat de vrouw aan de man gehoorzaamheid verschuldigd is, distantieert men zich volledig. Dat ziet men juist als de oorzaak van het leed en onrecht dat door mannen vrouwen is aangedaan.
Is dat juist geredeneerd? Het valt niet te ontkennen dat de eeuwen door tal van mannen zich ten opzichte van hun vrouwen misdragen hebben. Dat de emancipatiegedachte daaraan een einde zal maken, waag ik echter te betwijfelen. Wie meent dat het bijbelse getuigenis over de verhouding tussen man en vrouw daartoe aanleiding geeft, heeft het in ieder geval mis. Dat de vrouw aan de man gehoorzaamheid verschuldigd is, betekent niet dat hij met haar doen mag wat hij wil. Als hoofd van het gezin is hij geroepen haar te leiden en te beschermen. De verhouding tussen man en vrouw in het huwelijk moet een afspiegeling zijn van de verhouding tussen Christus en Zijn Kerk.
Dat door de afbraak van wat bekendstaat als de traditionele rolverdeling van man en vrouw het geluk van de vrouw verhoogd wordt, ontken ik zonder meer. De nood en ontreddering van onze samenleving komen vooral ook voort uit het feit dat het bijbelse getuigenis over huwelijk en gezin niet ter harte wordt genomen.Het is niet mijn bedoeling de bijbelse gegevens over de taak en plaats van de vrouw, zowel binnen als buiten het huwelijk, nu uitputtend te bespreken.
Moeder
Hier wil ik in het kader van de praktijk der godzaligheid alleen een pleidooi voeren voor de hoge roeping van de getrouwde vrouw als moeder. In 1 Timotheüs 2:15 schrijft de apostel Paulus over de getrouwde vrouw: „Doch zij zal zalig worden in kinderen te baren, zo zij blijft in het geloof, en liefde, en heiligmaking, met matigheid.”
Zalig worden is enkel genade. De boom wordt echter wel aan zijn vruchten gekend. Wie in Christus is, is een nieuw schepsel. Voor een getrouwde vrouw betekent dat de bereidheid kinderen te baren, ondanks alle zorgen en moeiten die dat met zich meebrengt. Wanneer Paulus over baren spreekt, moeten wij dat trouwens niet beperken tot het fysieke proces van het ter wereld brengen van een kind. Een vrouw is zalig in het baren van kinderen „zo zij blijft in het geloof, en liefde, en heiligmaking, met matigheid.” Dat laat zien dat haar roeping is haar kinderen tot eer van God op te voeden. Een echte moeder laat (noodgevallen daargelaten) de opvoeding en opvang van haar kinderen niet zo spoedig mogelijk aan anderen over. Niets kan de zorg van een moeder voor haar kinderen vervangen.
Ik denk in dit verband aan een uitspraak van Groen van Prinsterer: „Het belijden is het uitkomen voor de waarheid waar de verdediging bezwaarlijk is, waar het belijden met lijden vergezeld is.” Vaak zijn het niet in de laatste plaats materialistische motieven die gehuwden ertoe brengen voorlopig van de kinderzegen af te zien. Dat geldt ook voor het werken van getrouwde vrouwen buitenshuis ten koste van de opvang en opvoeding van de kinderen. Naar mijn vaste overtuiging is een van de grootste gevaren die de gereformeerde gezindte bedreigen het materialisme. Christus heeft ons geleerd: „Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods, en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden” (Matthéüs 6:33). Wie deze woorden ter harte neemt, zal bemerken dat God Zijn gunst wil schenken en Zijn hulp en bijstand niet wil onthouden, ook wanneer wij dat niet meer verwachten. Wie op God vertrouwt en met God wandelt, komt nooit beschaamd uit.
De auteur is hervormd predikant in Elspeet.