Opinie

Vergrijzing eist zorgvuldig beleid

Beweringen als: „De kosten van de zorg rijzen weldra de pan uit vanwege de vergrijzing”, ontlokken aan Jaap van der Spek

6 May 2003 15:54Gewijzigd op 14 November 2020 00:18
Een belangrijk deel van het vrijwilligerswerk wordt momenteel met succes door ouderen gedaan. - Foto RD, Henk Visscher
Een belangrijk deel van het vrijwilligerswerk wordt momenteel met succes door ouderen gedaan. - Foto RD, Henk Visscher

enkele kanttekeningen en adviezen. „Ouderen moeten hun indexering inleveren om een bijdrage te leveren aan de instandhouding van het huidige pensioenstelsel. - Straks moeten jongeren keihard werken om de vergrijsde samenleving economisch te kunnen onderhouden. - De kosten van de zorg rijzen door de vergrijzing binnenkort de pan uit. - De pensioengerechtigde leeftijd moet misschien wel naar 67 jaar worden opgetrokken.”

Allemaal uitspraken die veel ouderen pijnlijk treffen. En dat terwijl juist zij hard hebben gewerkt en de samenleving na de Tweede Wereldoorlog hebben opgebouwd. Nu krijgen ze het gevoel dat zij moeten opdraaien voor de kosten omdat in de rijkere jaren de oogst niet is bewaard voor de magere jaren.

De oogst is namelijk weggegeven aan werknemers, werkgevers en de overheid, waardoor de koopkracht kon stijgen zonder dat de loonkosten al te hoog opliepen. Immers, in de afgelopen jaren zijn de pensioenpremies fors teruggebracht en zelfs tot nul gereduceerd. Hier profiteerden bedrijven, instellingen en overheidsorganisaties van. Nu het door het ineenzakken van de beurs en door de economische teruggang spannend wordt, lijkt de bal wel erg makkelijk in de richting van de ouderen te worden gespeeld.

Het aantal mensen dat slechts AOW ontvangt, met hooguit een klein pensioen, is nog steeds groot. Onderzoek heeft vorig jaar bovendien uitgewezen dat de gemiddelde koopkracht van de 65-plussers de afgelopen tien jaar niet is verbeterd. Hooguit is het verschil tussen armere en rijkere ouderen groter geworden

Gevolgen
Over enkele decennia is 45 procent van de Nederlanders 55 jaar of ouder en 25 procent zal dan ouder zijn dan 65 jaar. Mannen en vrouwen leven steeds langer, en de naoorlogse geboortegolf is dan de pensioengerechtigde leeftijd binnengestroomd. De grote vraag is hoe de gevolgen van de vergrijzing door onze samenleving zo kunnen worden opgevangen dat het Nederlandse huishoudboekje blijft kloppen. Tegelijk moeten jongeren en ouderen, gezonden en zorgbehoevenden, laag en hoger opgeleiden allemaal het gevoel hebben dat hun fatsoenlijk recht wordt gedaan.

Een geïntegreerde aanpak is daarom hard nodig. Naast het bestaan van de kamercommissie voor het ouderenbeleid (generatiebeleid zou beter zijn) wordt het tijd voor een bewindspersoon, liefst een minister, die het centrale aanspreekpunt is voor alles wat te maken heeft met de gevolgen van de vergrijzing.

Pensioenen
Een aantal pensioenfondsen, waaronder ook zeer grote als het ABP en de PGGM, zijn onder de grens gezakt van een voldoende reserve. Er moet iets gebeuren om de betaalbaarheid van het stelsel in de toekomst te waarborgen. De PCOB is van oordeel dat werkgevers en werknemers in de ’rijke’ jaren rekening hadden moeten houden met een teruggang van de economie. Dat dit niet gebeurd is, valt hun en de overheid kwalijk te nemen. Maar met die constatering is het probleem niet opgelost.

Bovendien gaat het om een zeer complexe zaak, waarbij arbeidsvoorwaardenoverleg en politieke besluitvorming door elkaar heen lopen. De AOW wordt opgebracht door de mensen die betaald werk verrichten, terwijl het pensioen door het betalen van premies zelf is opgebouwd. Veel ouderen hebben als gevolg van de betaling van een hogere pensioenpremie gedacht dat zij daarmee ook de indexering, de jaarlijks aanpassing aan de inflatie, spaarden. Dit laatste is vaak niet het geval, en dat is voor veel ouderen een tegenvaller. De indexering is in de regels van de pensioenfondsen afhankelijk van het rendement op de beleggingen.

Het wordt nog ingewikkelder als je bedenkt dat ook nu gelden van pensioenfondsen worden belegd en dat dit gebeurt in aandelen die een zeer lage koerswaarde hebben. Je kunt dus verwachten dat de rendementen op deze aandelen de komende jaren weer zullen toenemen.

Ten slotte zijn de politieke partijen die nu een regeerakkoord sluiten, van oordeel dat de beste garantie voor het opvangen van de AOW ligt in het terugbrengen van het begrotingstekort tot nul. In de daaropvolgende jaren, als een grotere aanspraak wordt gedaan op de AOW-gelden en op het AOW-fonds, zou het weer licht laten oplopen van de begrotingstekorten de gewenste oplossingen bieden.

Meespreken
Zoals gezegd, de materie is erg ingewikkeld. Daarom is zorgvuldige besluitvorming nodig. Hiervan kan pas sprake zijn als alle betrokken partijen meespreken. Niet alleen vakbonden, werkgeversorganisaties en overheid, maar ook de ouderenorganisaties, met ruim 650.000 leden, zullen vanaf het begin mee moeten doen. Hoewel zij in directe zin niets te maken hebben met het arbeidsvoorwaardenoverleg, is het verstandig hen wel bij het instandhouden van het pensioengebouw te betrekken.

Nu al zijn de ouderenorganisaties daarover in gesprek. Zo zit de PCOB regelmatig om de tafel met onder meer het CNV, en samen met de andere ouderenorganisaties zijn er ook contacten met werkgeversorganisaties, met het FNV en met de minister van Sociale Zaken. Op termijn zal blijken dat het handiger is om alle partijen tegelijkertijd met elkaar te laten praten.

De PCOB bepleit een volwaardige rol voor de ouderenorganisaties en is bereid om als gelijkwaardige partner serieus te bekijken hoe een evenwichtig antwoord kan worden gegeven op de vraag wat er nodig is om in solidariteit met elkaar het pensioengebouw te stutten. Wellicht gaat dat makkelijker als de indexering van het pensioen gekoppeld wordt aan de indexering van de lonen. Het wordt in ieder geval tijd om snel de draad op te pakken.

Zorgstelsel
Niet alleen de vergrijzing maakt dat de kosten in de zorg momenteel fors stijgen en dat veel ziektekostenverzekeraars de ziekenfondspremie behoorlijk hebben moeten verhogen. Er zijn meer oorzaken. Misschien moeten wij erkennen dat wij voor een (vergeleken met andere landen) aantrekkelijke prijs wel heel veel zorg hebben ontvangen. Dit kan niet altijd zo blijven doorgaan. Goede zorg moet ons misschien meer waard zijn dan we gewend zijn. De bevolkingsgroei en het feit dat de kosten de laatste drie jaren van iemands leven gemiddeld sterk stijgen, leveren ook een bijdrage aan het probleem.

Het is te simpel om de zorg aan marktwerking over te laten. Zeker als de markt alleen maar binnen politiek vastgestelde grenzen kan opereren. Het overdragen van de regie aan de zorgverzekeraars -en daarmee aan degenen die op de geldbuidel zitten- is bovendien niet verstandig als het gaat om de handhaving van kwaliteit.

De PCOB is voorstander van een „schotteloze basisverzekering” voor alle zorg. Het weghalen van schotten voorkomt dat mensen vanwege de verschillende geldstromen tussen wal en schip raken en het werkt efficiënter.

Om de solidariteit tussen ziek en gezond, rijk en arm, jong en oud te waarborgen, is een met grenzen vastgestelde, inkomensafhankelijke premie een goede oplossing.

Als zo’n aanpak niet kan, zal er in ieder geval een systeem moeten komen waarbij niet achteraf via de belastingen hoeft te worden gerepareerd. Immers, in dat geval zijn het juist weer veel ouderen die vanwege de moeilijkheid van apart aan te vragen en in te vullen belastingformulieren niet krijgen waar zij recht op hebben.

Ten slotte zal bij het groter worden van de groep ’echte’ en niet meer zo vitale ouderen het steeds meer nodig worden de zorg dicht bij huis te organiseren. En dat terwijl de ontwikkeling in bijvoorbeeld de gezondheidszorg juist de andere kant op gaat.

Welzijn
Niet alle problemen zijn terug te voeren op het ’onbetaalbaar’ zijn van de zorg. Meer aandacht voor en goede investeringen in het welzijn van vijftigplussers leiden ertoe dat de vraag naar zorg uitgesteld wordt en afneemt.

De PCOB pleit daarom (met andere ouderenorganisaties en plaatselijke ”stichtingen welzijn”) voor een nadrukkelijk scheiden van wonen en zorg en voor het maken van een persoonsgebonden levensplan. Zo’n plan kan worden opgezet via betaalde en vrijwillige ouderenadviseurs. Hun aantal moet worden uitgebreid, maar die investering verdient zich op termijn ongetwijfeld dik terug.

Op dit moment bestaan er grote tekorten aan voor ouderen geschikte huisvesting. Wie kijkt naar de plannen van gemeenten -en vooral naar het ontbreken ervan!- zal schrikken. Het tekort is nu al groot, maar zal snel oplopen tot honderdduizenden woningen.

Het wordt hoog tijd dat alle gemeenten zich dit probleem aantrekken en daarbij hun oor te luisteren leggen bij de ouderenorganisaties. En gebruikmaken van het door ouderenorganisaties totstandgekomen seniorenlabel.

Positieve kant
Vrijwilligers dragen veel bij aan de samenleving. Maar ook economisch zijn zij een belangrijke factor. Als al het vrijwilligerswerk door betaalde krachten zou worden gedaan, dan zou daarmee ruim 10 miljard euro gemoeid zijn. Een belangrijk deel van dat vrijwilligerswerk wordt nu met succes door ouderen gedaan. Met een toenemend aantal tweeverdieners en een groeiend aantal vijftigplussers dat actief is op de betaalde arbeidsmarkt zal het beroep op ouderen die onbetaalde arbeid verrichten groter worden.

Ook om die reden is het verstandig de gevolgen van de vergrijzing zorgvuldig en in overleg met de ouderen zelf aan te pakken. Met gemotiveerde mensen is het nu eenmaal goed werken.

De diverse organisaties die de ouderen vertegenwoordigen, zoals de PCOB, staan klaar om hun bijdrage aan de voorbereiding van de besluitvorming te leveren. In het belang van de ouderen van nu en van de toekomst, maar ook in het belang van de hele samenleving. In solidariteit met andere generaties.

De auteur is directeur van de Protestants Christelijke Ouderen Bond (PCOB).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer