G20-top toont macht arme landen
SEOUL – Het nieuws over de G20-top werd gedomineerd door de onenigheid over handel en over de wisselkoersen. Het belangrijkste nieuws is echter dat de machtsverhoudingen verder zijn verschoven en dat ontwikkelingslanden hun stem steeds meer laten horen.
De machtsverschuiving is zichtbaar in de slotverklaring, waarin de landen niet meer beloven dan „indicatieve” maatregelen om een spiraal van muntdevaluaties te voorkomen. Over vaste wisselkoersen, vooral funest voor ontwikkelingslanden, wordt met geen woord gerept.
De leiders verklaren dat ze belang hechten aan wisselkoersen die door de markt worden bepaald, maar over hoe die mechanismen eruit zouden moeten zien, laten ze zich niet uit.
Ook een bovengrens aan handelsoverschotten, een voorstel van de VS, heeft het niet gehaald. De leiders beloven alleen dat ze zullen komen met richtlijnen om grote onevenwichtigheden tijdig te onderkennen. Volgend jaar moeten die door de G20 worden geëvalueerd, met hulp van het Internationaal Monetair Fonds.
Naar eigen zeggen heeft de Amerikaanse president Obama de Chinese president Hu Jintao te kennen gegeven dat „opkomende economieën de waarde van hun munt door de markt moeten laten bepalen” en dat Washington uitkijkt naar een opwaardering van de yuan.
De top had plaats in een jaar dat China en India de locomotieven van de wereld zijn geworden, terwijl de traditionele machten, inclusief de VS en Japan, stagneren. „Seoul laat zien hoe de eisen van opkomende machten nu ook worden vergezeld van een nieuw onderhandelen”, zegt professor Kenzaburo Ikeda van het Taijyu Onderzoeksinstituut in Tokio.
„Toch is er een sterk gevoel onder opkomende landen dat ze nog steeds hulp nodig hebben”, zegt Kensuke Kubo, een Japanse India-expert.
Ondanks hun hoge groeicijfers hebben ontwikkelingslanden nog grote binnenlandse economische problemen. Dat is de reden waarom ze zich niet willen laten vastpinnen op harde afspraken die de groei van China zou kunnen vertragen, ook al beschuldigen de VS China ervan de export te stimuleren door de yuan veel te goedkoop te houden. Die groei hebben alle ontwikkelingslanden hard nodig.
De lidstaten spraken ook over vrijhandel. Een verdrag tussen de VS en Zuid-Korea is onlangs blijven hangen op bezwaren van Koreanen die niet willen dat de tarieven op rundvleesimport worden verlaagd, omdat de markt dan zou worden overspoeld met Amerikaans rundvlees.