Aanleiding is een vrijdag bekend geworden schriftelijk arrest van het hof in Den Haag. Daarin stelt het hof dat ook het woonrecht van krakers in kraakpanden onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens valt. Krakers moeten daardoor minimaal de gelegenheid hebben het oordeel van de kortgedingrechter in te roepen, aldus het hof. Staat deze de ontruiming toe, dan hoeft de staat niet de uitkomst van een hoger beroep af te wachten. Vereist is wel 
dat de ontruiming zo vroeg wordt aangekondigd dat krakers voldoende tijd hebben voor een kort geding. Verder moet duidelijk zijn 
dat er voor de uitspraak van de kortgedingrechter niet wordt ont-
ruimd. Hierover is in de nieuwe antikraakwet „niets” geregeld, stelde het hof gisteren. Of het OM zich aan deze vereiste houdt, is evenmin helder omdat justitie „momenteel niet over nauwkeurig omschreven en deugdelijk gepubliceerde beleidsregels” beschikt, aldus het arrest.

Tegelijkertijd stelde het hof dat het het opstellen van dergelijke regels „in beginsel toereikend” acht. De VVD leidt daaruit af dat de ontruimingen kunnen doorgaan als de beleidsregels worden aangepast. De partij vindt wel dat Opstelten in cassatie moet gaan. „Wij vinden een gestolen woonrecht minder belangrijk dan het eigendomsrecht”, aldus een woordvoerder.

Het arrest komt overeen met de mondelinge uitspraak die het hof maandag deed. Deze veroorzaakte politieke commotie, omdat diverse ontruimingen waarbij gemeenten voor het eerst de antikraakwet toepasten niet door konden gaan.