Ieder zijn eigen godsdienst, vinden twintigers
AMSTERDAM – „Jongeren kunnen prima met elkaar over religie praten, maar als ze elkaar willen overtuigen gaat het fout.” Die conclusie trok een van de deelnemers aan het twintigersgesprek donderdagavond in debatcentrum De Rode Hoed in Amsterdam.
Zo’n twintig twintigers praatten onder leiding van presentator Arie Boomsma over religie. Vertegenwoordigers van allerlei religies en ook niet-gelovigen namen deel aan het gesprek, dat was georganiseerd door de KRO en De Rode Hoed. Eerdere debatten tussen deze twintigers gingen over verborgen werkloosheid en idealisme.
KRO-presentator Boomsma zei aan het eind van de avond teleurstelling te voelen. „Ik had gehoopt dat jullie elkaars verschillen meer zouden accepteren en dat er meer begrip voor elkaar zou zijn.” Hij stelde dat de jongeren in de twee eerdere gesprekken wel tot elkaar waren gekomen. Boomsma vond dit gesprek te zweverig.
De jongeren waren niet ontevreden, zo lieten zij weten. Ze vonden dat ze elkaar tijdens deze avond wel accepteerden in bijvoorbeeld het hebben van naastenliefde en in het shoppen bij andere godsdiensten. De aanwezige twintigers vonden het ook belangrijk om te constateren dat religie voor hen een keus is, die je zelfstandig maakt en die een ander niet ter discussie moet stellen. Bij die keus kan het ook gaan om het geloof in jezelf.
Grootste gemene deler in de opvattingen was dat religie gelukkig maakt. Een donkergekleurd christenmeisje zei: „Ik geloof in Jezus. Ik heb gevonden waar ik naar zocht: rust en hoop.” Een donkergekleurde jongen, die streng christelijk was opgevoed, gelooft nu in Anana, een Afro-Caraïbische god, die hem gelukkig maakt. Een moslima gaf aan voor de islam gekozen te hebben. „Als ik die regels naleef voel ik me gelukkig.” Het christelijk geloof had een andere twintiger geholpen uit de criminaliteit te komen.
SGP’er Jacques Rozendaal zei dat opvoeding ook belangrijk is bij de keuze. „Ik maak dezelfde keuze als mijn ouders, maar het is wel mijn eigen keuze. Er is een groter doel in het leven.”
Het gesprek werd scherper toen een moslima verklaarde „helemaal klaar” te zijn met mensen die gelovigen als zielig beschouwen. „Het meest dwingende geloof is het atheïsme. Ik word er cynisch van”, zei ze.
Het debat werd nog scherper toen een docent onder de toeschouwers –christelijk opgevoed maar niet meer gelovend– verklaarde dat er iets door hem heen gaat „als ik een meisje met een hoofddoekje zie. Daar zit iets achterlijks in.” Hij vroeg zich af waar het heen gaat als zelfs intellectuele mensen gevoelig zijn voor deze sentimenten. Hij voegde eraan toe tegen de standpunten van PVV-leider Wilders te zijn en moslims niet in een hoek te willen zetten.
Een donkergekleurde christelijke jongeman werd boos om die opmerking en zei dat hij anderen beledigde, maar de genoemde moslima was dat niet met hem eens. „Hij had de moed om dat te zeggen. Men dacht dat ik me aangevallen voelde, maar dat was niet zo”, verklaarde ze.
Joshua, die met een bal zijn kunsten liet zien, legde een getuigenis af. „Vroeger deed ik alles voor mezelf. Nu wil ik mijn talent voor Jezus gebruiken”, zei hij. „Ik heb ervaren dat er een God is en dat Jezus leeft.”