Dat constateerde het hof Den Haag vanochtend in een zaak die krakers hadden aangespannen om acht dreigende ontruimingen te voorkomen. Het schriftelijk arrest dat vanochtend bekend werd, is gelijk aan de mondelinge uitspraak die het hof maandag deed.

Volgens het hof valt ook het woonrecht van krakers in kraakpanden onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Krakers moeten daardoor minimaal de gelegenheid hebben het oordeel van de kortgedingrechter in te roepen, aldus het hof.

Staat deze de ontruiming toe, dan hoeft de staat niet de uitkomst van het hoger beroep af te wachten. Vereist is wel dat de ontruiming op een zodanige termijn wordt aangekondigd dat krakers voldoende gelegenheid hebben om een kort geding aanhangig te maken, aldus het hof. Verder moet duidelijk zijn dat er, voordat de uitspraak van de kortgedingrechter bekend is, niet wordt ontruimd. „Hierover is in de Wet kraken en leegstand niets geregeld”, stelde het hof vanochtend.

Of het OM zich wel aan deze vereiste houdt, is volgens het hof evenmin helder. Het hof stelt dat het OM momenteel niet over „nauwkeurig omschreven en deugdelijk gepubliceerde beleidsregels” beschikt.

Overigens stelt het hof wel dat het het opstellen van dergelijke regels „in beginsel toereikend” acht. Dat betekent dat de anti-kraakwet waarschijnlijk niet hoeft te worden gerepareerd als justitie alsnog snel voor deze beleidsregels zorgt.