Dat heeft de provincie Zuid-Holland donderdag bekendgemaakt.

Met de aanscherping van de zogenaamde nota Wervelender vrijwaren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland kwetsbare gebieden tegen de plaatsing van windturbines. Deze nota legt de planologische mogelijkheden in Zuid-Holland vast voor windenergie. Gemeenten moeten bij het toebedelen van ruimte voor windturbines hun bestemmingsplannen daarop aanpassen.

Met de aanscherping van de eerdere conceptnota komen GS tegemoet aan Provinciale Staten om nationale landschappen en hun begrenzing zo veel mogelijk te ontzien voor windenergie.

Gedeputeerde Van Heijningen: „Er is behoefte in kwetsbare gebieden het belang van het landschap zwaarder te laten wegen dan dat van duurzame energie. In deze nota is scherper dan voorheen gewogen op welke locaties windmolens aanvaardbaar zijn en waar niet. In het Groene Hart en de Hoeksche Waard zijn in beginsel geen windmolens toegestaan.”

Plaatsing aan de randen van kwetsbare gebieden kan alleen nog onder de voorwaarde dat de turbines landschappelijk goed zijn in te passen, onder meer bij bestaande bouwwerken of op een industrieel complex. Er zal ook naar de hoogte van de windmolens worden gekeken.