Het gaat Nijs te ver om hbo’ers aan de poort van de universiteit zonder meer te weigeren. Wel is de staatssecretaris voorstander van scherpere toelatingseisen voor hbo’ers met een propedeuse.

De vereniging van universiteiten VSNU stuurde vorige week een brief naar Nijs waarin de universiteiten aangaven niet langer havisten met hbo-propedeuse toe te willen laten vanwege het grote aanhal afhakers. De universiteiten ontvangen voor de afhakers geen overheidsbijdrage.

Volgens de VSNU gaat het om 2300 studenten die ieder jaar van het hbo overstappen naar een wo-opleiding. Maar liefst 60 procent van hen haakt voortijdig af, aldus een woordvoerster. Hbo-studenten moeten hun propedeuse niet als een makkelijker route naar de universiteit gebruiken dan de vwo-vooropleiding.

„Het vwo is al een selectieprocedure. Maar met de tweede fase vindt een aantal leerlingen het vwo te zwaar. Voorheen koos 10 procent van de havisten voor doorstroom naar het vwo, nu is dat nog maar 2 á 3 procent. De overigen kiezen er nu vaak voor om eerst een jaar hbo te volgen en dan alsnog via de achterdeur naar de universiteit te gaan. Die selectie staat wat ons betreft niet gelijk aan de selectie die het vwo biedt.”

De universiteitenvereniging is niet ongelukkig met de voorlopige uitspraak van Nijs. „Zij is voorstander van scherpere toelatingseisen voor hbo’ers.”

De brief van de VSNU stuitte op veel verzet, onder meer bij de HBO-raad. „Voor onze maatschappij is het van groot belang dat er meer hoger opgeleiden komen. De opleiding moet een maximale inspanning willen leveren om dat mogelijk te maken. Studenten moeten die kansen krijgen.”

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is ook niet tevreden. Het ISO is bang dat met verscherpte toelatingseisen veel talent zal worden verspild. Ook vreest de organisatie dat universiteiten met de roep om de scherpere toelatingseisen te weinig oog heeft voor de belangen van studenten.

Ook de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) reageert teleurgesteld. „Een belachelijk plan”, vindt voorzitter Noortje van der Meij. Ze vindt dat universiteiten beter eerst naar oorzaken van het groot aantal afhakers kunnen kijken in plaats van „de deur zomaar dicht te gooien.”

De overstap van mbo naar hbo werkt in de praktijk ook goed, aldus de LSVb-voorzitter. „Het hbo is daarop ingesteld. Waarom kunnen universiteiten dat dan niet? Vaak blijkt er bij de hbo’ers een hiaat te zijn op een bepaald gebied, bijvoorbeeld wiskunde. Als dat wordt aangepakt, blijkt in de praktijk dat hbo’ers het even goed of zelfs beter doen dan wo’ers die van het vwo komen.”

Volgens de VSNU is het erg lastig om in kaart te brengen waar eventuele kennishiaten van hbo’ers zitten. „Ze doen het gewoon minder goed. In een latere fase, na selectieverzwaring, kunnen we altijd nog gaan kijken of de studenten structureel op een bepaald vlak kennis ontberen.”