In oktober maakten politie en justitie in Assen bekend een DNA-onderzoek te houden onder mannen die zich ten tijde van de moord op de 88-jarige Meppelse Jannie de Kruys-Deen in of binnen een straal van tien kilometer om Meppel bevonden. Er werd een namenlijst samengesteld op basis van gsm-gegevens, pintransacties en treinkaartjes, omdat de politie vermoedt dat de dader per trein uit Meppel is weggegaan.

De vrouw werd in de nacht van 15 op 16 juni vorig jaar in haar kamer in een verzorgingstehuis aan de Reestlaan om het leven gebracht. Medewerkers troffen het slachtoffer vastgebonden en half ontkleed aan. Omdat na ruim een jaar onderzoek nog geen verdachte in beeld was, besloot justitie tot een grootschalig DNA-onderzoek. Deelname daaraan is vrijwillig.

Het wangslijmvlies van de deelnemers wordt opgestuurd naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Daar wordt het vergeleken met een DNA-spoor van de dader dat in de kamer van het slachtoffer werd gevonden. In het raamkozijn en bij een fiets, die vlakbij het verzorgingstehuis in de bosjes lag, werd de afdruk gevonden van een bepaald type sportschoen. De politie is daarom tijdens haar onderzoek bij een groot aantal sportzaken in Meppel en omgeving langsgeweest om te achterhalen of die zaak dat type schoen vorig jaar heeft verkocht en aan wie.

Ze gaat er ook vanuit dat de fiets van de dader is. Het OM denkt dat het nog een aantal weken duurt voordat de uitslag van het onderzoek bekend is. Met enkele mannen die niet thuis gaven, omdat ze in het buitenland zijn, probeert justitie volgens een woordvoerster alsnog contact te krijgen.