Gezin weegt zwaar voor CDA’er Rietkerk
De aankondiging dat CDA-kamerlid Theo Rietkerk (40) het Binnenhof verlaat om gedeputeerde in Overijssel te worden, komt als een volslagen verrassing. Hij geldt als een politiek talent.
Nog maar vier jaar zat Rietkerk in de Tweede Kamer toen hij vorig jaar de prominente functie van fractiesecretaris kreeg. Op dit moment maakt hij deel uit van het formatieteam dat de strategie voor zijn fractie bij de kabinetsformatie uitstippelt. Hij heeft onder andere veiligheid en justitie in zijn portefeuille.
Kampenaar Rietkerk wordt woensdag al als gedeputeerde geïnstalleerd. Het kamerlidmaatschap houdt hij aan tot er een nieuw kabinet is aangetreden. Naar eigen zeggen heeft hij tien dagen „zitten wikken wegen.” Wat veel gewicht in de schaal legde, was zijn gezin met vier kinderen. Vorig jaar liet hij een baan als staatssecretaris in het kabinet-Balkenende schieten omdat hij dan te vaak van huis zou zijn.
Ook tot het volgende kabinet zou hij niet zijn toegetreden. „Ik heb vier jonge kinderen in de leeftijd van 2 tot 11 jaar. Het laatste jaar hebben ze me heel weinig gezien, in de formatietijd zelfs alleen ’s zondags. De combinatie van het kamerlidmaatschap en mijn gezin heeft altijd een zekere spanning veroorzaakt. Je hebt bij het huwelijk toch bepaalde beloftes afgelegd, ook als het gaat om de opvoeding van de kinderen. Een baan als staatssecretaris vond ik al helemaal niet met mijn gezin te combineren.
Ik had me nog graag een periode in de kamer willen inzetten voor de christen-democratie. Dat zie ik als een opdracht. Eigenlijk komt dit een paar jaar te vroeg”, zegt Rietkerk.
Er moeten nog drie initiatiefwetsvoorstellen van hem door het parlement worden geloodst. Een van die voorstellen, die hij heeft ingediend met Dittrich van D66, is bedoeld om de verjaringstermijn bij moord af te schaffen.
Rietkerks keuze voor het CDA was niet vanzelfsprekend. Hij komt uit een RPF-gezin. Zijn vader was tot 2000 burgemeester van Genemuiden. Zijn oom is in Utrecht predikant van de Nederlands gereformeerde kerk, de denominatie waartoe ook Rietkerk behoort.
Een nadere kennismaking met het politiek gedachtegoed van Abraham Kuyper leidde tot zijn keuze voor het CDA. Een van zijn motieven was de ”C” van CDA te helpen bewaken. Hij maakte deel uit van het groepje CDA’ers dat in de jaren negentig de partij-ideologie herijkte. Ook Balkenende en A. Klink behoorden daartoe.
Rietkerk: „Het was onze overtuiging dat we ons als partij authentieker dienden te profileren op zaken die met onze beginselen te maken hebben. Daar heb ik van harte aan meegewerkt en dat heeft ook zijn vruchten afgeworpen. Ik denk vooral aan medisch-ethische ontwikkelingen, waar het CDA toch een rem op heeft gezet. Ook een onderwerp als palliatieve zorg hebben we scherper neergezet.”
Staat dat niet op de tocht nu D66 weer tot het kabinet zal toetreden?
„Ik heb er alle vertrouwen in dat de CDA-fractie onder leiding van Balkenende bij de onderhandelingen over medisch-ethische kwesties de eigen koers keihard zal vasthouden.”
Wat vindt u ervan dat CU en SGP het niet zijn geworden?
„We waren heel ver, en wat mij betreft was het niet afgebroken. Erg jammer.”
Rietkerk studeerde aan de HEAO in Zwolle en haalde later via een avondstudie zijn doctoraal bestuurskunde en rechten. Op het Overijsselse provinciehuis is hij geen onbekende. Hij werkte er midden jaren ’80 als beleidsambtenaar ruimtelijke ordening, een terrein dat hij nu als gedeputeerde zal bestrijken. „Daar ligt mijn hart.”
Of hij in de toekomst wellicht terugkeert in het Haagse, bijvoorbeeld als de kinderen ouder zijn? „In de politiek is alles mogelijk”, lacht hij ontwijkend. „Niets is uitgesloten.”