Montenegro vroeg eind 2008 het lidmaatschap aan. Het land moet nog wel heel wat problemen oplossen voor de feitelijke toetreding. Net als in veel andere Balkanlanden tiert de corruptie welig en is de georganiseerde misdaad machtig. Verder is de overheid nog sterk politiek gekleurd.

Voor Albanië, dat eind april 2009 het lidmaatschap aanvroeg, ziet het er minder goed uit. Dat buurland van Montenegro moet nog veel zaken op orde stellen voordat de commissie een kandidaat-lidmaatschap kan adviseren. Ook hier is onder meer corruptie een heikel punt.

Wat Turkije betreft vindt de commissie dat het land vooruitgang boekte, maar dat het toetredingsproces aan „momentum” verliest. Commissaris Füle toonde zich daarover bezorgd: „De sleutel om dit te veranderen ligt vooral in handen van Turkije.”

De Europese Unie onderhandelt sinds oktober 2005 met de regering in Ankara. Een van de grote struikelblokken is de afwijzende Turkse houding tegenover het EU-lid Cyprus. Turkije bezet het noordelijke deel van het eiland.

IJsland, dat eerder dit jaar kandidaat-lid werd, krijgt veel lof toegezwaaid. De commissie laakt echter dat bijvoorbeeld het conflict rond de IJslandse bank Icesave nog steeds niet is opgelost. De IJslandse bevolking wil niet opdraaien voor de compensatie van gedupeerde Nederlandse en Britse spaarders die bij Icesave tegoeden hadden.