„Fossiele brandstoffen blijven aarde opwarmen”
PARIJS (ANP/RTR/AFP) – De vraag naar energie stijgt de komende decennia met ruim een derde, vooral door de sterke energiebehoefte van China. Fossiele grondstoffen, zoals olie en gas, blijven voorlopig de belangrijkste energiebronnen. De olieprijs stijgt mede daardoor sterk. Dat schrijft het invloedrijke Internationaal Energieagentschap (IEA) in zijn rapport over de energiebehoefte in de komende 25 jaar.
Alternatieve energiebronnen zullen in 2035 voorzien in 14 procent van de energiebehoefte. Nu is dat 7 procent. Ook China, waar de energievraag de komende jaren met 75 procent zal stijgen, zal een belangrijke bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van alternatieve energiebronnen.
Dat is echter niet genoeg om verdere opwarming van de aarde af te remmen, denkt het IEA. De afspraken die vorig jaar op de klimaattop in Kopenhagen zijn gemaakt, zijn onvoldoende om de vraag naar fossiele brandstoffen te beteugelen en de temperatuur op de aarde met niet meer dan 2 graden te laten stijgen. Dat is het maximum waarmee volgens wetenschappers de ergste klimaatschade kan worden voorkomen. Volgens het IEA zal door de gestegen energieconsumptie de aarde met 3,5 graden opwarmen.
Van de drie fossiele brandstoffen (olie, steenkool en gas) zal vooral gas de komende jaren een sterke opmars maken. De vraag naar gas stijgt met 44 procent. De prijzen blijven in ieder geval de komende tien jaar relatief stabiel, denkt het IEA. Dat is volgens het agentschap niet bevorderlijk voor de investeringen in alternatieve energiebronnen.
Het IEA voorziet voor 2035 in een stijging van de olieprijs tot circa 200 dollar per vat. Nu kost een vat olie (van 159 liter) ruim 87 dollar.
Door de stijgende vraag naar olie en gas zullen energiebedrijven in toenemende mate ook overgaan tot het halen van de brandstoffen uit moeilijk toegankelijke bronnen, zoals de Canadese teerzanden. Dit zal zowel de kosten als de uitstoot van broeikasgassen (door de energie die het kost om de olie te produceren) opdrijven, denkt het IEA.