Ombudsman wijst minister terecht
DEN HAAG (ANP) – De Nationale ombudsman heeft op twee punten kritiek op de rol van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de affaire rond de zogenoemde Koenigscollectie. Volgens Alex Brenninkmeijer heeft de minister, in dit geval Van der Hoeven, onterecht de Restitutiecommissie voorgeschreven hoe om te gaan met nieuwe feiten over het eigendom van de collectie.
Dat hebben de Nationale ombudsman en de erven Koenigs maandag bekendgemaakt. Ook moet de Restitutiecommissie onderzoek kunnen doen naar de herkomst van het schilderij Herri met de Bles. De ombudsman beveelt de minister aan hiervoor een mogelijkheid te creëren. De commissie (officieel de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereld Oorlog) behandelt verzoeken van mensen die tijdens de oorlog schilderijen of andere cultuurgoederen zijn kwijtgeraakt.
De waardevolle collectie werd begin vorige eeuw bijeengebracht door kunstverzamelaar en bankier Franz Koenigs. De genaturaliseerde Duitser was tegenstander van het naziregime en verloor zijn collectie vlak voor de Duitse inval. Het gaat om 34 schilderijen en 37 tekeningen (vooral werken van Rubens) die al jarenlang deel uitmaken van een juridisch steekspel. De erven Koenigs proberen de collectie, die gedeeltelijk in handen kwam van de Nederlandse Staat, terug te krijgen. De kleindochter van Koenigs en de Nederlandse Staat zijn het oneens over wie eigenaar is van de schilderijen en de tekeningen.
De ombudsman vindt echter niet dat de minister van OCW vooringenomen handelt in het conflict. Brenninkmeijer doet geen uitspraak over het eigendom van de collectie. „Dat is aan de rechter”, oordeelt hij. De Restitutiecommissie kwam eerder al tot het oordeel dat de staat de kunstwerken niet aan de kleindochter Koenigs hoeft terug te geven. De erven proberen echter nog steeds in verschillende procedures om de collectie terug te krijgen.